puppy 1.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een puppy…
is een hond; is een zoogdier; is een dier
Algemene voorbeelden
De ouders van onze buren hebben een hond die elf puppy's had, vijf retrievers zoals zij en de ene papa, en zes bastaarden.
Chinese fokkers zijn bijzonder geïnteresseerd in de sint-bernardhond, omdat de mensenvriend kolossaal van omvang is, niet snel ziek wordt en jaarlijks zo'n acht tot twaalf puppy's baart, bijna twee keer zoveel als andere honden.
Voor sommige rashonden is tegenwoordig een "wachtlijst", zodat men soms enige tijd geduld moet hebben voordat men het puppy mee naar huis kan nemen.
Combinatiemogelijkheden
met adjectief ervoor
- een schattig puppy
- een schattige puppy
Ze overrompelde de schattige puppy met knuffels en kusjes en telde prompt 4000 frank neer. De viervoeter zou vanaf nu als 'Patsy' door het leven gaan. De verkoopster van de dierenwinkel hoorde haar kassa rinkelen. Voor haar was de kous af.
met substantief ervoor
- een nest puppy's
Een fokker van Mississippi Valley Irish Wolfhounds riep de dag in herinnering dat Arthur een nest puppy's kwam bekijken en wegreed als meerderheidsaandeelhouder van zijn fokkerij.
Woordfamilie
Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen
Als linkerlid in samenstellingen en samenkoppelingen
puppy 1.1
Betekenisbetrekking
Betrokken betekenissen | 1.0 : 1.1 |
---|
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een puppy…
is een zoogdier; is een dier
Algemene voorbeelden
Want als je slim was, als je een goede schuilplaats had gevonden en niet zo stom was al bij het eerste licht eropaf te gaan, kon je de hele roedel vangen, de andere volwassen wolven een voor een afschieten als ze thuiskwamen van hun nachtelijke jacht. Pas als je er zeker van was dat je ze allemaal had, ging je erop af en gaf je de puppy's de genadeklap met een bijl of de kolf van je geweer.