ruisvoorn 1.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een ruisvoorn…
is een vis; is een dier
- [Afmeting] is 20 tot 50 cm lang
- [Kleur] is groenig zilver tot goudachtig met een felrode staart en felrode vinnen; heeft gele ogen
- [Vorm] is licht afgeplat qua vorm
- [Bouw] is gewerveld
- [Deel] heeft een bovenstandige bek
- [Voortplanting] legt eieren
- [Plaats] leeft in traagstromend of stilstaand zoet water met veel waterplanten
- [Woongebied] komt voor in Europa en delen van Azië
- [Leeftijd] kan 17 jaar oud worden
- [Gedrag] is een alleseter; zwemt aan de oppervlakte van het water; leeft in scholen
- [Gelijkenis] lijkt veel op de blankvoorn en op de winde of windvoorn
- [Onderscheid of tegenstelling] is te onderscheiden van de blankvoorn doordat de ruisvoorn geen rode vlek in het oog heeft en door zijn bovenstandige bek en is te onderscheiden van de winde doordat die een grotere eindstandige bek heeft en meer schubben langs het zijlijnorgaan
Wetenschappelijke naam: Scardinius erythrophthalmus
Rijk | Animalia; Dieren |
---|---|
Stam | Chordata; Chordadieren |
Klasse | Actinopterygii; Straalvinnigen |
Orde | Cypriniformes; Karperachtigen |
Familie | Cyprinidae; Eigenlijke karpers |
Geslacht | Scardinius |
Soort | Scardinius erythrophthalmus |
Algemene voorbeelden
Als de karpers met windstil weer aan de oppervlakte azen begin ik voorzichtig met een groot aantal kleine korsten te strooien. Om deze met de hand ver in te kunnen werpen maak ik ze vooraf een beetje nat. Het zijn meestal eerst de ruisvoorns en windes die zich aan dit feestmaal tegoed gaan doen.
Men kan een ruisvoorn goed van een blankvoorn onderscheiden door te kijken naar de stand van de buikvin en de rugvin. Bij een ruisvoorn staat de rugvin iets verder naar achter ten opzichte van de buikvin, terwijl bij de blankvoorn de rugvin precies boven de buikvin staat.
Daar lonkte ik, om met Gezelle te spreken, 't rimplend water na en viste ik met deeg op ruisvoorn, bliek, brasem en karper, tenzij ik rode regenwormen had kunnen opgraven.
Uit onderzoek naar de effecten op overlevingspercentages en groei van karper, brasem, blankvoorn en ruisvoorn na bewaring in een leefnet, bleek het volgende.
Het water in de gracht was erg troebel maar na een grondige sanering kunnen er soorten als Snoek, Zeelt en Ruisvoorn in voorkomen.
Het voedsel van jonge ruisvoorntjes bestaat grotendeels uit ééncellige algjes, die van waterplanten worden afgegraasd. Ook eten ze plantaardig plankton, dat zwevend in het water voorkomt. Vanaf een lengte van ongeveer één cm beginnen de ruisvoorntjes meer en meer interesse te krijgen in fijn dierlijk plankton, zoals roeipootkreeftjes. In dit stadium eet ruisvoornbroed vrijwel hetzelfde voedsel als brasem- en blankvoornbroed.