schaatsenrijder 1.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een schaatsenrijder…
is een persoon
Algemene voorbeelden
Als cricketer en tennisspeler was Gorter een geducht tegenstander, en hij zou zijn leven lang een verwoed zeiler, schaatsenrijder en bergwandelaar blijven.
Op zondag 28 januari 1691, om vier uur in de middag, reed een groepje schaatsenrijders over de bevroren ringvaart bij het Noord-Hollandse Graftdijk: zeven jongens en meisjes tussen de zeventien en twintig jaar oud.
De plaatsen op de Beulaker waar het bijna maagdelijke ijs overging in grof schuurpapierijs; daar waar vier schaatsenrijders op het ijs lagen te kreunen en waar spontaan nog drie onnozelen kwamen te klappen.
Woordfamilie
Als linkerlid in samenstellingen en samenkoppelingen
schaatsenrijder 2.0
Betekenisbetrekking
Betrokken betekenissen | 1.0 : 2.0 |
---|
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een schaatsenrijder…
is een insect; is een dier
- [Afmeting] heeft een lichaamslengte van iets meer dan een centimeter
- [Uiterlijk] heeft een lang, smal lichaam; heeft een bruine lichaamskleur; heeft kleine vleugels; heeft zes poten, waarvan de achterste vier erg lang zijn en de voorste twee korter
- [Plaats] bevindt zich vaak op het oppervlak van waterlopen of stilstaande waters
- [Beweging] beweegt zich op zijn lange poten over het wateroppervlak met een roeiende beweging, waardoor het lijkt alsof hij schaatst
Wetenschappelijke naam: Gerris lacustris
Rijk | Animalia; Dieren |
---|---|
Stam | Arthropoda; Geleedpotigen |
Klasse | Insecta; Insecten |
Orde | Hemiptera |
Familie | Gerridae; Schaatsenrijders |
Geslacht | Gerris |
Soort | Geris lacustris |
Algemene voorbeelden
Voorbeelden zijn een watervitrine met schaatsenrijders en libellen, een kevervitrine met mei-, juni- en julikevers.
Ook de draaikevers, de schaatsenrijders en de libellen laten het nog altijd afweten.
De schaatsenrijder loopt over het water.