schoothondje


schoothondje 1.0

hondje dat dient als als gezelschapsdier en vooral dient om vertroeteld en verwend te worden en dat zeer volgzaam en aanhankelijk is ten overstaan van zijn baas

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een schoothondje…

is een hond; is een zoogdier; is een dier

  • [Afmeting] is meestal klein
  • [Functie] dient als huisdier vooral om vertroeteld en verwend te worden
  • [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] is meestal erg braaf, volgzaam, gehoorzaam en afhankelijk van zijn baasje
  • [Behandeling of bewerking] wordt vaak overdreven verwend
  • [Bezitter of eigenaar] hoort vaak aan een vrouw toe
  • [Waardering] wordt gehouden en gewaardeerd als gezelschapshond

Algemene voorbeelden


De Gezelschapshonden is een bonte groep rashonden. Vroeger werden deze honden wel dameshondjes of schoothondjes genoemd. Dit is echter geheel onjuist, omdat de honden van deze rasgroep heel wat meer in hun mars hebben dan "op schoot liggen"!

http://www.doggy.net/raskeuze-frame.htm

Uit karige mededelingen van het ouwetje begreep ik dat ze er zoiets als een 'zomerkennel' op na hield, een logeeradres voor schoothondjes tijdens de vakantie van het baasje.

Engelenplaque, A.F.Th. van der Heijden,

Tot blijvende eer van elk van mijn tantes dient hier te worden vastgelegd dat ze mijn moeder op een behoorlijke en telkens afdoende wijze hebben geholpen in het al te langdurige tijdsbestek waarin ze [...] bijna zonder onderbreking zwarte sneeuw heeft gezien en dat terwijl mijn tantes floreerden op de prijzen van de zwarte markt, het opzij van de toonbank doorschuiven van diverse soorten verrukkelijke eetwaar en de meest ondenkbare voorwerpen die de domste onder haar onder meer het benijdenswaardige voordeel opleverde 's zondagsmiddags griezelig traag door de dorpsstraat te kunnen flaneren achter een belachelijk klein schoothondje aan, vastgehouden aan een echt lederen leiband waarin het bijna geheel verdween.

Het blauwe meisje en de andere kleuren van de verschrikking, Greta Seghers,

Schoothondjes en ander klein dierlijk grut dat in mandjes paste of op de knieën van de pendelende eigenaar kon, reisden gratis.

De Standaard,

Samen met haar schoothondje komt de kokette dame haar geld halen.

De Standaard,

Op een gegeven moment kroop Firmin bijna helemaal in de onderste kast, enkel zijn waggelende achterwerk stak er nog uit. Ik moest aan een schoothondje denken dat verbeten naar zijn speelgoedbeen zoekt.

Kras, Peter Terrin,

Vaste verbindingen


schoothondje 2.0

(sarcastisch)

iemand die geen eigen wil of mening lijkt te hebben maar slaafs, gedwee en gehoorzaam navolgt wat iemand anders wil
Degene die wordt nagevolgd, wordt vaak genoemd in een genitiefbepaling, een bezittelijk voornaamwoord of een voorzetselbepaling ingeleid door van.

Betekenisbetrekking


metafoor
Betrokken betekenissen 1.0 : 2.0

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een schoothondje…

is een persoon

  • [Gedrag] lijkt geen eigen wil of mening te hebben maar volgt slaafs, gedwee en gehoorzaam na wat iemand anders wil
  • [Waardering] wordt geminacht

    Algemene voorbeelden


    "De regie over de stad hoort bij de raad", zegt het uiterst beknopte verkiezingsprogramma: "Niet bij de wethouders en al helemaal niet bij de projectontwikkelaars van wie zij de laatste jaren het schoothondje zijn geworden." In Krimpen aan den IJssel is een Leefbaar-partij opgericht door bewoners van de Park- en Vijverflats die vechten tegen de bouw van vier flats die hen het uitzicht benemen.

    De Groene Amsterdammer,

    Misschien had hij zich als haar schoothondje gedragen. Had hij zich maar al te vereerd gevoeld. Bij hem mocht ze zich laten gaan. Rustig, zei hij dan, en hij masseerde haar schouders. Ontspan je. Alles komt in orde.

    De kinderen van Arthur, Kristien Hemmerechts,

    schoothondje 3.0

    iemand die fragiel en kwetsbaar is, zodanig dat men er voorzichtig mee moet omspringen

    Betekenisbetrekking


    metafoor
    Betrokken betekenissen 1.0 : 3.0

    Semagram (extra betekenisinformatie)


    Een schoothondje…

    is een persoon

    • [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] is fragiel en kwetsbaar
    • [Behandeling of bewerking] moet voorzichtig en met tact behandeld worden; moet ontzien worden

      Algemene voorbeelden


      Lieverts is een knokker, een grote, zware jongen. Van Poelgeest is een krachtmens. Hij speelt intimiderend. Zij hoeven door de scheidsrechters niet als schoothondjes behandeld te worden.

      NRC,