televisietijdperk 1.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Het televisietijdperk…
is een tijdperk; is een periode; is een tijd
- [Tijd] begon in de jaren zestig van de twintigste eeuw
- [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] wordt gekenmerkt door het grootschalig gebruik van de televisie en de invloed daarvan op mens en maatschappij
- [Waardering] wordt vaak positief gewaardeerd om de wereldwijde verruiming van de informatievoorziening
- [Waardering] wordt vaak negatief gewaardeerd om de vermindering van het sociaal contact door de gerichtheid van het individu op het beeldscherm en de verminderde creativiteit door het passief consumeren van televisieprogramma's
Algemene voorbeelden
Sinds de intrede van het televisietijdperk in de jaren zestig is in de verkiezingscampagne het een en ander veranderd [...]. Meer dan voorheen was het van belang dat politieke partijen een gezicht hadden, in de persoon van de lijsttrekker, dat zich veelvuldig op televisie liet zien.
Een internationale crisis hoort tot een van de initiatierites van een nieuwe Amerikaanse president. Zo is de roekeloosheid van president Kennedy bij de Cubacrisis in 1962 verzilverd met meer gezag en populariteit. Toch ligt het bij Clinton moeilijker dan bij zijn presidentiële idool uit het begin van het televisietijdperk.
Combinatiemogelijkheden
met ander, nevengeschikt substantief
- beeldtijdperk en televisietijdperk
Doordat we zelf verhalen maken, zetten we een stuk creativiteit en fantasie in, die men in dit beeld- en televisietijdperk eigenlijk amper meer gebruikt.