tijdeloosheid 1.0
toestand of eigenschap dat iets niet aan tijd is gebonden; in het bijzonder ook: het
niet gekenmerkt of niet beperkt zijn door de normen, waarden, stijl of gebruiken van
een specifieke tijd; het van alle tijden zijn
Semagram (extra betekenisinformatie)
Tijdeloosheid…
is een eigenschap; is een toestand
Algemene voorbeelden
Met de Kerstviering vloeien zijn drie komsten voor ons ineen: "Als vrucht van het verleden, zwanger van de toekomst, is het heden toch immer in de eeuwigheid als een snijpunt tussen de tijd en de tijdeloosheid van het geloof, vrij tegenover verleden en toekomst."
De werken van Vermeer worden gekenmerkt door een ernst en een tijdeloosheid die hen volstrekt uniek maken in de zeventiende-eeuwse kunst.
In deze schilderstijl komt vooral de rust, stilte en tijdeloosheid van voorwerpen en landschappen naar voren.