uitlooptermijn


uitlooptermijn 1.0

termijn gedurende welke men een oude toestand voorlopig toestaat tot de nieuwe van kracht wordt of die men voorziet voor het geval zaken meer tijd vragen dan gepland; termijn voorzien voor uitloop

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een uitlooptermijn…

is een termijn; is een periode; is een tijd

  • [Functie] dient om een oude toestand nog gedurende een aangegeven tijd te laten voortduren of om reservetijd te voorzien voor iets dat meer tijd vraagt dan gepland
  • [Tijd] gaat vooraf aan een periode waarin nieuwe maatregelen onverkort van kracht worden en andere omstandigheden gelden
  • [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] gaat gepaard met een voorlopige handhaving van de oude toestand

    Hoofdsemagram: termijn


    Algemene voorbeelden


    Nederland heeft bedongen het lage belastingtarief voor financieringswinst van concerns tot 2010 te handhaven. Nog vier of vijf andere regelingen, waaronder de Belgische regeling voor concernfinanciering (coördinatiecentra), krijgen een uitlooptermijn tot eind 2010.

    Het Financieele Dagblad,

    De CRvB heeft in het kader van de arbeidsongeschiktheidswetten meermalen overwogen dat het zorgvuldigheidsbeginsel met zich meebrengt dat, indien een uitkering wordt verlaagd of ingetrokken vanwege toegenomen arbeidsgeschiktheid, een uitlooptermijn in acht moet worden genomen. Deze uitlooptermijn bedraagt in beginsel twee maanden.

    http://www.svb.nl/int/nl/over_de_svb/actueel_kennis/beleidsregels/beleidsregels/index.jsp?id=D1_H5_S7

    Etymologie


    Vroegste datering 2003