veertigdagentijd 1.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
De veertigdagentijd…
is een tijd
- [Geheel] is een deel van het christelijke kerkelijke jaar
- [Duur] duurt veertig dagen
- [Tijd] situeert zich voor Pasen
Algemene voorbeelden
In mijn stevig gereformeerde jeugd heette de periode waarin wij ons op dit moment bevinden de 'lijdenstijd'. In mijn herinnering waren de zondagse diensten zo mogelijk nog somberder dan in de rest van het jaar, maar verder merkte je er weinig van [...]. Dat is sindsdien behoorlijk veranderd, heb ik begrepen. De term lijdenstijd maakte plaats voor 'veertigdagentijd'. En onder protestanten schijnt het tegenwoordig en vogue te zijn om in de zes weken voor Pasen de vasten te betrachten - eeuwenlang een gewoonte die alleen onder aanhangers van de moederkerk in zwang was. In de protestantse variant zijn lekkernijen en alcohol taboe, vleesmaaltijden ook. De heel ijverigen, heb ik me laten vertellen, leggen zichzelf daarnaast een internetverbod op.
De periode van de Veertigdagentijd is van oudsher een tijd van vasten, bezinning en gebed ter voorbereiding op Pasen. Hoewel de vastenperiode een traditie is vanuit de Katholieke en Oosters-Orthodoxe Kerken groeit de laatste jaren de belangstelling binnen het Protestantisme.
Wie vanaf Pasen wil terugrekenen naar Aswoensdag, moet er rekening mee houden dat in de zogenaamde veertigdagentijd (de vasten) de zondagen niet meetellen als vastendagen en men bijgevolg 46 dagen moet terugtellen.