welmenend 1.0
Algemene voorbeelden
'We zijn allemaal een welmenend engeltje dat ook een smeerlapje is,' zei ze. 'Bij de ene zie je dat beter zitten dan bij de andere.'
Geweld, zij het alleen verbaal, zal vertwijfeling en wanhoop zaaien bij de welmenende Vlaming; gejuich bij de Belgicisten en wellicht in Wallonië.
Dit medische wantrouwen kon ook vrouwen zelf bevangen: zo waren er welmenende burgervrouwen die hun seksegenoten voorhielden dat ze onmogelijk als rechter konden optreden: "Hoevelen van ons hebben niet tijdens deze dagen (de maandstonden) een dermate snel geprikkeld humeur dat we het liefst iedereen in elkaar zouden slaan?"
Het Nederlands werd hier niet onderwezen door zo'n welmenende rode voorman, maar door een vinnig klein wijde met een enorme haarknoedel en een ouderwetse lorgnet - een mens dat om een toen nog onbegrijpelijke reden moeilijk te plaatsen was.
Combinatiemogelijkheden
met substantief
- welmenende academici
- welmenende mensen
- welmenende dierenvrienden
- welmenende ingezetenen
- welmenende politici
- welmenende schrijvers
- welmenende sprekers
- welmenende vrienden
- welmenend volk
Dank aan de welmenende vrienden, die mijn plannen onhaalbaar, onverantwoord, ongezond, onmogelijk, onverstandig vonden!
Ik heb altijd beweerd dat wij niet aan dierenbescherming doen, maar euthanasie op levende, gezonde dieren toepassen. Ook welmenende dierenvrienden kun je daar maar moeilijk van overtuigen.
In zijn sociologisch werk beschrijft hij hoe de taaie structuren van het alledaagse ongevoelig blijven voor alle ingrepen van planologen, sociologen en ander welmenend volk.
Toon je ongeluk, en welmenende mensen zullen ongevraagd met een karakteranalyse op de proppen komen ter verklaring, en eindigen met ongemeende raad.
Een groep "welmenende" academici denkt nu zelfs verder. Zij zijn voorstander van een flinke, eenmalige mep die de superrijken eindelijk zou doen bijdragen tot de delging van de staatsschuld.
Dit is het getrouwe beeld van elke eerste fase in elke migratie: jonge, alleenstaande mannen die slecht werken en zich slecht gedragen, zo denken de welmenende ingezetenen.
Teneinde gewone mensen dat vermoeiende klimmen te besparen, hebben welmenende sprekers en schrijvers hém dan maar een eindje naar beneden gehaald, maar dat kan eigenlijk niet, dan blijft er een suikerzoete jongeman van hem over, een beetje lullig zelfs.
Het "alles-is-rot"-klimaat leidt tot verbittering bij velen. Welmenende politici hebben de indruk dat ze in de schopstoel zitten.
- welmenende bladen
- welmenende organisaties
De meeste welmenende organisaties in de milieubeweging zoeken een compromis.
Op 11 juli gaven de welmenende bladen nog wel extra-artikels, maar zij legden nu de klemtoon op "de sociale betekenis van Groeninge" en "het democratische karakter van de opstand der Gilden".
in voorzetselgroep
- uit welmenende hoek
Telkens als er weer een begrotingsronde nadert - en wanneer is dat niet het geval? - klinkt uit "welmenende" hoek de oproep een vermogensbelasting in te voeren.
met ander, nevengeschikt adjectief
- vastberaden en welmenend
Mocht The Linguini Incident iets willen zeggen, dan kan dat worden samengevat met het aloude 'Wie dit leest is gek'. Iedereen is geschift, stelt Shepard vast, dus is het zaak daar origineel, vastberaden en welmenend bij te blijven, zelfs als er een scheve schaats voor moet worden gereden.
Woordfamilie
Als deel van een afleiding
welmenend 2.0
Algemene voorbeelden
"Waar is Pietje?" vroeg ik. "Hij logeert 'n paar dagen bij mijn moeder," antwoordde ze. "Maar die houdt niet van honden. Dus wij zorgen voor Bonkie." Jan zat welmenend te knikken. Hij stemt altijd in met alles.
Aan het kernproduct - bijvoorbeeld de vorm en de inhoud van een theatervoorstelling - kan niet worden geraakt, wel aan de kwaliteit van de promotie, de prijs van een ticket, de vlotheid van de reservatie, de opvang van het publiek, de kwaliteit van de bediening in de pauze en zo meer. Welmenend maar nogal glad: zo debuteert de Stichting voor Kunstpromotie naast de spitse artikelen van Kunst Cultuur.