zonnejaar 1.0
(wetenschap; filosofie; religie, mystiek en mythologie; natuurkunde en astronomie)
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een zonnejaar…
is een jaar; is een periode; is een tijd
- [Functie] dient als hulpmiddel bij tijdsindeling en datering
- [Grondslag] wordt berekend op grond van de tijd die de aarde nodig heeft om haar baan rond de zon te voltooien
- [Duur] duurt 365 dagen, 5 uren, 48 minuten en 45 seconden
- [Tijd] begint op de dag dat de aarde haar baan om de zon een keer volledig heeft voltooid
- [Onderscheid of tegenstelling] onderscheidt zich door de precieze tijdmeting van een kalenderjaar dat wordt afgerond
Algemene voorbeelden
Als we ons niets aantrekken van het verschil tussen een kalenderjaar (365 dagen) en een zonnejaar (365 dagen, 5 uren, 48 minuten en 45,1814 seconden) komen we na vier jaar bijna een dag tekort. Om dat op te lossen krijgt ieder vierde jaar (ieder jaartal dat deelbaar is door 4) er in februari een dag bij. Maar een zonnejaar is 11 minuten en bijna 15 seconden korter. Dat lijkt heel weinig, maar in 128 jaar verlies je zo één dag.
Een jaar dat op waarnemingen van de maan gebaseerd is duurt dan (12 x 29½ =) 354 dagen. Al snel merkt men echter dat een maanjaar niet klopt. De seizoenen blijven steeds met ongeveer een halve maand (11 dagen) verschuiven. Om de twee of drie jaar moet men een 'schrikkelmaand' invoeren om de kalender kloppend te krijgen = gelijk te laten lopen met een zonnejaar van 365 dagen.
Het zonnejaar (tropisch jaar). Het zonnejaar is de periode tussen twee opeenvolgende doorgangen van de zon door het lentepunt (tijdens de lentenachtevening of lente-equinox). Een zonnejaar duurt 365 dagen, 5 uur, 48 minuten en 45 seconden.
De Joodse kalender is gebaseerd op een combinatie van een maanjaar en een zonnejaar. Een maanjaar duurt 354 dagen en een zonnejaar 365 dagen. Daar zit dus elf dagen verschil tussen. De seizoenen worden niet bepaald door die combinatie, maar alleen door het zonnejaar. Om de maanden (en de bijbehorende feesten) enigszins op dezelfde tijd in de seizoenen te laten vallen, moeten die elf dagen dus gecompenseerd worden. Het verschil wordt in de Joodse kalender opgelost door zeven keer in de negentien jaar een dertiende maand toe te voegen.
De omwenteling van de aarde is de maatstaf voor de tijdsberekening [...]. De seconde is de genormaliseerde tijdeenheid en is het 1/86400-ste deel van een middelbare zonnedag (tot 1968). Doordat de aarde steeds wat langzamer draait, heeft de International Astronomical Union in 1955 deze definitie verfijnd en eenduidig vastgelegd als "de seconde is het 1/315569259747-ste deel van het zonnejaar dat start op 31 december 12.00 uur 1899." Het International Committee on Weights and Measures nam deze definitie een jaar later over.