Beierse

Ik heb een collega, een Beierse, die gezegend is met een zeer vlezige achterhand. Ook zij had last van schurend, wringend, jeukend of opkruipend ondergoed en soortgelijke natuurrrampen. Daar heeft zij het volgende op gevonden: zij draagt nog slechts 'Dirndl'-rokken met daaronder… niets.

Mijn gastvrouw heet Sonja, een Beierse die verrukt was dat er nu eindelijk iemand in huis is die Duits verstaat.

Hij had ze onthaald met een 'Immer feste d'ruf, Jungs', uitgesproken met de Pruisische tongval die weliswaar niet de zijne was, maar die hem in dit geval welluidender in de oren klonk dan het slepende Westfaals waarmee hij was opgegroeid, maar die hem in dit geval te veel aan een Beierse deed denken, om van een Oostenrijkse nog maar niet te spreken, want hij had een bloedhekel aan Oostenrijkers die in zijn ogen allemaal walsenkoningen en noedelvreters waren.