Brakelaar 1.0
iemand die afkomstig is uit Brakel; inwoner van Brakel
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een Brakelaar…
is een persoon
- [Plaats] woont doorgaans in Brakel
- [Plaats van herkomst] is afkomstig uit Brakel; is geboren in Brakel
Algemene voorbeelden
Een woord uitleg, een ernstige behartiging van de problemen, een bezoek aan de betrokkenen was beter op zijn plaats geweest. Daarvoor moet een burgemeester natuurlijk tijd kunnen vrij maken en aanwezig zijn in zijn gemeente … De Brakelaars weten echter maar al te goed dat daar het schoentje ernstig wringt voor het blauwe kopstuk. De geëiste 100.000 euro is bovendien buiten alle proportie. De veelverdienende burgemeester, kamervoorzitter, landbouwer, grootgrondbezitter en hoogleraar is duidelijk de voeling met de modale Brakelaar kwijt.