Brit 1.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een Brit…
is een persoon
- [Plaats] woont doorgaans in Groot-Brittannië
- [Plaats van herkomst] is afkomstig uit Groot-Brittannië; is geboren in Groot-Brittannië
- [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] heeft de Britse nationaliteit; is Brits staatsburger
- [Taal] spreekt Engels en soms ook Schots of Welsh
Algemene voorbeelden
De National Health Service werd in 1946 opgericht door de toenmalige socialistische regering om alle Britten gratis gezondheidszorg te bieden.
Zich aanpassen aan Europa was voor de Britten heel moeilijk. Psychologisch kwamen we geen stap dichter bij het continent. Te meer omdat, bij onze toetreding in 1973, anderen de Gemeenschap al vorm hadden gegeven. Instellingen zijn immers het spiegelbeeld van de attitudes van een volk. We kennen ook de ervaring niet van nieuwe instellingen te creëren. Onze instellingen zijn zo oud.
Woordfamilie
Als deel van een afleiding
Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen
Brit 1.1
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een Brit…
is een persoon
Algemene voorbeelden
De nederlagen tegen de twee Oosteuropese landen waren weliswaar ingecalculeerd, maar het verlies tegen de Britten was een hard gelag.
Ploegen van vier klimmen één voor één zo snel mogelijk naar de top van de 15 m hoge muur. Het Belgische A-team klaart de klus in 1 min 05'. "We zijn sterk, maar dat is normaal", merkt Geoffroy Gomet op. "We klimmen met de vier sterkste militairen van België. Elk Brits team komt telkens uit een andere eenheid. Tegen de vier sterkste Britten zouden we het al heel wat moeilijker hebben."