Gooier 1.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een Gooier…
is een persoon
- [Plaats] woont doorgaans in het Gooi
- [Plaats van herkomst] is afkomstig uit het Gooi; is geboren in het Gooi
Algemene voorbeelden
Een kenmerk van de Gooiers is de r die wordt uitgesproken als ehwr, en de bekakte interpretatie, bekend als het Goois of het Medialect.
Graaf Floris kende uit eigen zelfbehoud (en om aan inkomsten te komen) rechten toe aan de steden in zijn gebied. Zo ook aan het zich ontwikkelende Naruthi, dat toen al bekend moet hebben gestaan onder de naam Naerden. De toekennning van gebruiksrechten over de grond aan de inwoners van Naedinclant maakte hem uitermate populair bij de Gooiers. Voor onze eerste inwoners was hij dus echt 'der keerlen Godt', zeg maar de de vorst die dankzij toegekende gebruiksrechten de kiem legde voor het bewustzijn van de 'erfgooiers'.
Veel Gooiers vinden het met hekken volstouwen van hun regio niet bepaald "het behouden van het karakter van het Gooi."
Woordfamilie
Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen
Gooier 1.1
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een Gooier…
is een persoon
Algemene voorbeelden
Meestal zit Karel Bonsink echt niet om een woordje verlegen. Maar nu even was de flamboyante trainer van FC Hilversum sprakeloos na het 1-0 verlies tegen Argon waarbij twee van zijn spelers voortijdig het veld moesten verlaten [...]. De trainer van de Gooiers vond dat zijn ploeg verschrikkelijk benadeeld was door de scheidsrechter die veel te krampachtig zou hebben gefloten.
De WTCT (Winter Team Triplet Competitie) is een competitie die wordt gespeeld met drie triplettes per team. Een triplette is een team met 3 spelers, die één keer tegen alle teams van de tegenstander spelen [...]. Het eerste speelde in Veenendaal en liet daar onnodig de winst aan Les Sabots. Het tweede verloor met 5-4 bij de Gooiers, het derde won met 3-6 van Cercle de Petanque.
gooier 2.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een gooier…
is een persoon
- [Activiteit of handeling] gooit iets
- [Object betroffen] gooit iets, in het bijzonder iets wat schade toebrengt, zoals bommen, flessen, taarten, zuur e.d.
Algemene voorbeelden
De man die een voorwerp tegen de Gouden Koets gooide, schreeuwde daarbij een scala aan scheldwoorden en werd door het andere publiek aan de politie overgeleverd. Dat meldt ooggetuige Egbert Goldberg [...]. "Het was een heftig incident [...]. Mijn vrouw zag dat koningin Beatrix erg schrok van de klap." Volgens de ooggetuige stond de 'gooier' niet vooraan, maar drie á vier rijen achter het dranghek.
'Publiek pakte gooier'. De man die tijdens Prinsjesdag een waxinelichthouder naar de Gouden Koets gooide, werd overmeesterd door omstanders.
De Graafschap heeft het onderzoek naar de gooier van een PVC-buis in De Vijverberg met succes weten af te sluiten.
Gooier bijtend zuur opgepakt [...]. Het zuur werd vanaf het dak gegooid op bezoekers van een markt.
Woordfamilie
Als deel van een afleiding
Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen
gooier 2.1
(sport en recreatie)
Betekenisbetrekking
Betrokken betekenissen | 2.0 : 2.1 |
---|
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een gooier…
is een persoon
Algemene voorbeelden
Tijdens de jaarlijkse sportdag koos Merel ervoor om honkbal te spelen. Dana [...] schreef zich in voor dezelfde sport. Wat ze niet voorzien had, was dat ze bij verschillende ploegen ingedeeld zouden worden. En dat ze tegen Merel zou moeten uitkomen. Merel als gooier, Dana met het slaghout in de aanslag.
Bij softball is de gooier en de slaande houtknuppelhouder van hetzelfde vat en staat er achter de gooier ook nog een tegenstander die kan ingrijpen in het spel zoals de veldspelers.
In zo'n geval gaat de frisbee terug naar de laatste gooier en blijft aldus in het team dat in het bezit van de frisbee was.
De regels die de groep gewend is met trefbal gelden hier ook. (niet afweren, niet lopen met de bal, bij een vangbal is de gooier af, enz.).