afschuwelijk


afschuwelijk 1.0

afschuw opwekkend; hevige afkeer of angst inboezemend; in hoge mate verschrikkelijk

Algemene voorbeelden


'Verschrikkelijk, om zo'n man te hebben,' zei ze half huilend. 'Afschuwelijk! Wie had dat ooit gedacht, dat ik zo'n man zou hebben! Een groot wetenschapsman! Zo'n man wil ik niet!' Hij zweeg.

Het Bureau. Dl. 6: Afgang, J.J. Voskuil,

Combinatiemogelijkheden


met substantief


  • afschuwelijke beelden
  • afschuwelijke dingen
  • afschuwelijke gevolgen
  • afschuwelijke misdaden
  • afschuwelijke pijnen
  • een afschuwelijke manier
  • een afschuwelijke pijn
  • een afschuwelijke smaak
  • een afschuwelijke stank
  • een afschuwelijke tijd
  • een afschuwelijke toestand
  • een afschuwelijke wijze
  • een afschuwelijke ziekte

De huidige, intensieve veeteelt wordt vastgelegd in eerder afschuwelijke beelden.

http://www.ikm.be/voorstelling/index_nl.html

'In de oorlog zijn voorzeker vele afschuwelijke dingen gebeurd, juffrouw?' vroeg ik vol belangstelling.

Mank, Herman Brusselmans,

Anders dan bij geweldseries staan tv-journalen wel stil bij de afschuwelijke gevolgen van geweld.

De Standaard,

In het felle licht van de lampen wierp hij steelse blikken om zich heen, als een man die terechtstaat voor afschuwelijke misdaden.

De wolvenlus, Nicholas Evans,

Toosje vroeg zich af wat ze moesten doen als er werkelijk oorlog uitbrak [...]. Die afschuwelijke pijnen die je dan moet lijden!

Het Bureau. Dl. 6: Afgang, J.J. Voskuil,

Honderden werden vermoord, soms op een afschuwelijke manier gemarteld en afgemaakt.

NRC,

Teresia voelt een afschuwelijke pijn en tegelijkertijd een zaligheid die ze voor eeuwig wil behouden.

http://www.brakkehond.be/77/paauw1.html,

Ik zag er niet meer belabberd uit, had nog altijd die afschuwelijke smaak van bier-met-koffie in de mond, maar mijn zintuigen functioneerden vrij normaal.

De groene leeuw, Herman Vos,

Hij rook opeens een afschuwelijke stank en deed zijn ogen open.

De aanslag, Harry Mulisch,

'Het loopt allemaal fout af meneer,' zei de arbeider, 'juist mensen als u zouden dat moeten kunnen zien, we leven in een afschuwelijke tijd, een raar tijdsgewricht, ja meneer, ik geloof dat het einde der tijden nabij is.'

De verpletterende werkelijkheid en andere verhalen, J.M.A. Biesheuvel,

Zijn Britse collega Hannay prees Ogata: "Ze is erin geslaagd heel duidelijk de aandacht te vestigen op een absoluut afschuwelijke toestand waarin mensen spelletjes spelen met humanitaire hulp, en dat is heel duidelijk onverteerbaar, ongeacht wie het doet."

NRC,

Op alle vlakken wordt koortsachtig gewerkt en gezocht naar nieuwe wegen. Hoe is die ommekeer zo plots gebeurd? Omdat kinderen op een afschuwelijke wijze werden misbruikt en vermoord. Wie raakt aan het kind, raakt aan ons kostbaarste bezit, aan het bestaan zelf.

De Standaard,

Een van de aanwezigen vertelde dat zijn zusje gestorven was aan botkanker. "Een afschuwelijke ziekte," zei de man, "binnen drie weken ben je gekrepeerd, en de geluiden die iemand maakt als hij sterft, het is niet om aan te horen."

De verpletterende werkelijkheid en andere verhalen, J.M.A. Biesheuvel,

met bijwoord


  • de meest afschuwelijke dingen

Was kijken naar iets dat een mens geweest was en daar nu niet meer op leek, niet het meest onfatsoenlijke dat ze die vroegere mens konden aandoen? Betekende ouder worden dat je rustig naar die dingen kon gaan kijken, omdat je het dan niet langer erg vond? Raakte je dan van zelfs de meest afschuwelijke dingen niet meer in de war?

Verleidingen, Rudolf Geel,

met werkwoord


  • afschuwelijk vinden
  • afschuwelijk zijn
  • er afschuwelijk uitzien

Afschuwelijk vond ik de studentenwereld zoals Vestdijk die beschreef. Kroegjolen, dronkenschap, mensen die elkaar met haringen om de oren sloegen, katers, intimiderende ouderejaars - kortom, iets dat de hel bijna net zo trefzeker leek te benaderen als een rekrutentijd in Ossendrecht.

NRC,

"Je ziet rampen, je ziet het dode lichaam, het lege huis en je roept uit: Wat vreselijk! Wat afschuwelijk is de dood!"

http://www.stervensbegeleiding.nl/boek/index.html,

Toen zei ze: "De laatste keer dat ik hem op televisie zag, zag hij er zo afschuwelijk uit, zo bleek en ongezond, neem dit maar voor hem mee."

Fantoompijn, Arnon Grunberg,

met infinitief met om te


Het is afschuwelijk om niet gewenst te zijn.

Het staande kwartier, Daphne Buter,

Al snel kon hij letterlijk niet meer op zijn benen staan en hij had een blik in zijn ogen van "help me". Afschuwelijk om te zien.

http://www.meningitis-stichting.nl/index2.htm

met dat-zin


Het is natuurlijk afschuwelijk dat onderweg door rampen, storm, dorst en scheurbuik acht van de matrozen en een stuurman omkwamen, maar met de eigenlijke loop van het verhaal heeft dit niets te maken.

De steen der wijzen, J.M.A. Biesheuvel,

Woordfamilie


Als deel van een afleiding


afschuwelijk 1.1

verschrikkelijk lelijk

Combinatiemogelijkheden


met werkwoord


  • er afschuwelijk uitzien

Zijn medewerkers slaagden er reeds in om via ingrijpen in de genen, een blauwe azalea te maken. Een felgezochte variant, want blauw en geel komen van nature in azalea's niet voor. "Maar hij ziet er afschuwelijk uit; onverkoopbaar gewoon."

De Standaard,

Woordfamilie


Als deel van een afleiding