bietsen


bietsen 1.0

(informeel)

vragen; bedelen; schooien

Combinatiemogelijkheden


met voorzetselgroep


Voorzetsel: om

  • bietsen om een sigaret
  • om een sjekkie bietsen
  • om een verjaardagscadeautje bietsen

Altijd als hij mij ontwaart beent hij langsteltig mijn kant uit en bietst om een sjekkie.

NRC,

bietsen 1.1

(informeel)

krijgen door er rechtstreeks om te vragen; afbedelen; aftroggelen; schooien

Combinatiemogelijkheden


met object


  • geld bietsen
  • een koekje bietsen
  • een sigaret bietsen

Je kon naar opoe gaan, een kletspraatje maken, een koekje bietsen en vragen of je met de windbuks van oom Japik op kikkers mocht gaan schieten.

De hangende man, Koos van Zomeren,

met voorzetselgroep


Voorzetsel: bij

  • iets bietsen bij iemand

Waar heden ten dage de motorsterren worden afgeschermd door overijverige persvoorlichter's, paniekerige managers, of zelfs vierkante bodyguards kan het in de paddock van een klassieke race zomaar gebeuren dat een piloot bij de achteloze passant een sjekkie bietst.

http://www.motoport.nl/Nieuws/nieuws.cfm,

Voorzetsel: van

  • iets bietsen van iemand

Hij zat in zijn pyjama tegenover haar, zuigend aan de sigaret die hij van haar gebietst had en de rook van die sigaret naar haar toezwaaiend: "Ik breng je er dadelijk een van mij terug, ik heb ze beneden."

Oprechter trouw, Henk Romijn Meijer,

Woordfamilie


Als deel van een afleiding


Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen


bietsen 2.0

(informeel)

stelen; zonder te vragen meenemen; wegnemen; meenemen; inpikken

Combinatiemogelijkheden


met verzwegen object


Aan de muur hangen grote reclameposters en een lijst met huisregels: niet rennen, vechten of bietsen, alleen aardappelschillertjes en zakmessen mee en "let op uw uiterlijk en taalgebruik."

NRC,