bouwmeester 1.0
(formeel)
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een bouwmeester…
is een persoon
Algemene voorbeelden
Het Rijksmuseum zit tijdelijk in een interbellum tussen twee masterarchitecten. Quist is vertrokken en gezocht wordt naar een nieuwe bouwmeester die het gehele museum gaat verbouwen.
Louis Minard was niet alleen sponsor en bouwheer van zijn schouwburg, hij was er ook de bouwmeester en decorateur van.
Iemand is op het wansmakelijke idee gekomen het Huis met de hoofden, een der schoonste bouwwerken van de zeventiende-eeuwse bouwmeester Hendrick de Keyser, in groen schijnwerperlicht te zetten.
Discussieleider Thijs Asselbergs, voormalig bouwmeester van Haarlem, vroeg hun de eigenschappen te omschrijven van het ideale bouwmateriaal.
Het beleid richtte de aandacht op de oprichting van het Vlaams Architectuurinstituut (VAi) en een werking rond de architectuurarchieven. Daarnaast zijn overleg en samenwerking met de Vlaamse bouwmeester gegroeid en werd de culturele aanpak op het vlak van architectuur en vormgeving geformuleerd.
Woordfamilie
Als deel van een afleiding
Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen
Als linkerlid in samenstellingen en samenkoppelingen
bouwmeester 2.0
(formeel)
Betekenisbetrekking
Betrokken betekenissen | 1.0 : 2.0 |
---|
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een bouwmeester…
is een persoon
Algemene voorbeelden
Het beeld dat onze voorgangers in 1945 hanteerden, was dat van de bouwmeesters van een nieuwe maatschappij.