dief 1.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een dief…
is een crimineel; is een persoon
- [Groep] kan deel uitmaken van een georganiseerde bende
- [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] is vlug en behendig
- [Deskundigheid of vaardigheid] is vaak professioneel en gespecialiseerd in een bepaalde soort diefstallen, bv. van voertuigen
- [Geslacht] is van het mannelijk geslacht
- [Activiteit of handeling] steelt bij gelegenheid dan wel beroepsmatig
- [Gedrag] handelt sluw en stiekem
- [Gedrag] is crimineel en wordt derhalve strafrechtelijk vervolgd
Combinatiemogelijkheden
als object bij een werkwoord
- een dief afschrikken
- een dief betrappen
- een dief pakken
- een dief vangen
- een dief vatten
Het vervangen van het kenteken wordt moeilijker als het ook in de ruiten staat gegraveerd. Het vervangen van alle ruiten is een kostbare zaak en dat kan dieven afschrikken.
als subject bij een werkwoord
- bezoeken
- er vandoor gaan
- op de vlucht slaan
- plunderen
- sluipen
- stelen
In de nacht van vrijdag op zaterdag bezochten dieven de Sint Amanduskerk op het Dorp in Denderleeuw. Ze gingen aan de haal met de paaskandelaar, zes authentieke rococo kandelaars, een evangelieboek en een wijwateremmer met kwispel.
met adjectief ervoor
- een gemene dief
- een professionele dief
Professionele dieven besteden veel tijd aan voorbereiding om een manier te vinden om succesvol hoogwaardige kunst te stelen.
met substantief ervoor
- een bende dieven
In de achttiende eeuw zou er in Zuid-Limburg en omgeving een grote bende dieven en rovers hebben huisgehouden, de zogenaamde Bokkenrijders.