jat


jat 1.0

afbeelding

( Publiek domein )

(informeel; pejoratief)

hand

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een jat…

is een lichaamsdeel; is een deel

      Hoofdsemagram: hand


      Algemene voorbeelden


      Enkele maanden, misschien wel een jaar later fietste mijn vader naar zijn werk [...] toen hij, mijn vader dus, werd aangesproken door Janny, de inmiddels ex-vrouw van P., die nu samenwoonde met mijn moeder, P. dus, totdat al snel bleek dat hij nog steeds niet met zijn jatten van andere vrouwen af kon blijven.

      Het leukste jaar uit de geschiedenis van de mensheid, Ronald Giphart,

      Combinatiemogelijkheden


      met adjectief ervoor


      • enorme jat
      • gore jatten
      • grote jatten
      • groezelige jatten
      • harde jatten

      Alleen de havenarbeider sloeg hem een paar keer troostend met zijn enorme jat op de schouder.

      Welverdiende onrust, Simon Carmiggelt,

      De grote gore jatten van Geurkens op het maagdelijk blanke en zo omvangrijke achterste van Emma.

      Heeresma helemaal, Heere Heeresma,

      'Och! wat een rijk (of mooi) bloemstuk hebben we daar!' zeiden de blije ontvangsters dan als ik om 's ochtends half elf in kleine, met zware boerenmensen gevulde woningen binnentrad waar men met giftig paarse of oranje likeur gevulde kelkjes in de grote, harde en altijd wat groezelige jatten al te wachten zat.

      Heeresma helemaal, Heere Heeresma,

      met bezittelijk voornaamwoord


      • onze jatten
      • z'n jatten
      • zijn jatten

      Om eenvoudig zichzelf in het misse te vergeten, het is al uitverkorenheid. Daar helpt geen moedertje lief aan. En dat is maar goed ook, want er zijn zaken die ons niet gegeven zijn. Waar bleef anders onze deemoed, als we er onze jatten op konden leggen?

      Heeresma helemaal, Heere Heeresma,

      'Op bevel van de verhoorofficier moesten we zo'n blauwe vastpakken, dan hielden we z'n handen in de vleesmachine terwijl de ander aan de zwengel draaide. Schreeuwen en gillen, en als ie niet bekende, kwamen z'n jatten er als gehakt uit.'

      De Hunnen. Dl. 2: Bevrijding, Jan Cremer,

      'Ik hield me daarnet groot voor die spekkige worstelaar,' zegt Bob. 'Die wilde een beetje al te graag met z'n jatten onder m'n kruis met me gaan rondsjouwen. Maar hier zal je me moeten vervoeren want ver kom ik niet op eigen kracht.'

      De kus, Jan Wolkers,

      Voorzichtig tastte zijn hand naar de klep van de brievenbus terwijl zijn andere jat ongewild naar zijn gulp ging. Het idee dat er een brief zou zijn wond hem ongewoon op. Hij had zich al vaak aan dagdromen bezondigd.

      Een hete ijssalon, Heere Heeresma,

      Woordfamilie


      Als deel van een afleiding


      jat 2.0

      het jatten; het stelen; diefstal; inbraak

      Semagram (extra betekenisinformatie)


      Jat…

      is jatten

          Hoofdsemagram: jatten


          Combinatiemogelijkheden


          in voorzetselgroep


          • beveiligen tegen de jat

          Op het zoldergedeelte van deze bovenste verdieping waar de deuren van de berghokken met kettingen en enorme sloten tegen de jat werden beveiligd en waar wel eens een zwerver lag te slapen, begon ze uit gewoonte op haar tenen te lopen.

          Heeresma helemaal, Heere Heeresma,

          jat 3.0

          afbeelding

          ( Publiek domein )

          kop; koffiekop
          Dialect.

          Semagram (extra betekenisinformatie)


          Een jat…

          is een kop; is een gebruiksvoorwerp

              Hoofdsemagram: kop


              Combinatiemogelijkheden


              met substantief erachter


              • een jat koffie

              's Middags een jat koffie in de cafés, en koffiekoeken. Liefst met 'sjikkelat' vanonder. En dan weer een rondje semmelen en dan opnieuw de kroeg in, om te vertellen over alles wat zij al allemaal kwijt waren geraakt in hun leven, en om verder te roddelen, en koffie te drinken.

              Vliegen in een spinnenweb, Fernand Auwera,

              Woordfamilie


              Als deel van een afleiding