kalfje 1.0
(liefkozend)
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een kalfje…
is een rund; is een zoogdier; is een dier
Algemene voorbeelden
De kat lag met jongen, het paard had geveuld, we hadden kuikens, kalfjes, jonge eendjes.
Kobe kan ook goed vertellen. "Wanneer de zomer, zat van zon, zijn einde voelt naderen, wanneer de schapewolkjes door moeder naar binnen worden geroepen, drummen de kalfjes en de biggen rond een koe die bemind werd om haar fabuleus geheugen."
De vorstin bekeek de diverse dieren die verzorgd worden door verstandelijk en lichamelijk gehandicapten en hielp mee met het voeren een kalfje.
In een box in de hoek staat een kalfje, nog wat stuntelig want het is net geboren.
Combinatiemogelijkheden
als subject bij een werkwoord
- geboren worden
Het kalfje, dat in november moet worden geboren is voortgekomen uit een huidcel van een volwassen gaur-stier en heeft al een naam: 'Noah'.
Op dit ogenblik staan de koeien natuurlijk op stal en het eerste kalfje is geboren.
met adjectief ervoor
- een pasgeboren kalfje
- pasgeboren kalfjes
In een zijstal lagen pasgeboren kalfjes in de warmte van een rode lamp.
De kinderen hadden de meeste interesse voor een koe met haar pasgeboren kalfje.
De weeë en zoeterige geur van pasgeboren, nog niet helemaal schoongelikte kalfjes die net hun darmen geledigd hebben in het verse strooisel.
Vaste verbindingen
kalfje 2.0
Betekenisbetrekking
Betrokken betekenissen | 1.0 : 2.0 |
---|
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een kalfje…
is een zoogdier; is een dier
Algemene voorbeelden
Het is algemeen geweten dat een reegeit haar kalfje verstoot wanneer het door mensenhanden werd aangeraakt.