klein bier


klein bier 1.0

(verouderend)

waterig bier van mindere kwaliteit en een lager alcoholgehalte, dat vroeger gemaakt werd van de naspoelvloeistof van de wort

Algemene voorbeelden


Vroeger werd de vloeistof van het naspoelen apart verwerkt tot 'klein bier' of 'dunbier' met een lager alcoholgehalte. Nederlandse brouwerijen verwerkten dergelijk dunbier tot zogenaamd oud bruin door er zoetstoffen aan toe te voegen.

http://nl.wikipedia.org/wiki/Bier

klein bier 2.0

((vooral) in België)

zaak van geen belang; bagatel; kleinigheid; niks
Vooral in uitdrukkingen als dat is klein bier vergeleken met, dat is geen klein bier.

Algemene voorbeelden


Opeens waarschuwde Marlène de gevoelige kijkers, want piercen was klein bier in vergelijking met de zogeheten scarification (het aanbrengen van decoratief bedoelde littekens), branding (het brandmerken) en stapling (het creatief zijn met nietjes waarmee men in het ziekenhuis wonden hecht).

Dwarskijker, Rudy Vandendaele,

Dat België een land is met een uitgelezen biercultuur, weerspiegelt zich ook in het taal- en spraakgebruik. We kunnen "leven in de brouwerij brengen", "vechten tegen de bierkaai" of een zaak "geen klein bier vinden".

http://www.bierengezondheid.be/,