knecht 1.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een knecht…
is een bediende; is een persoon
- [Geslacht] is een jongen of een man
- [Belanghebbende of begunstigde] is in dienst van een ander; is in dienst van een meester, baas of patroon
Algemene voorbeelden
Zijn stramgeworden benen droegen hem de ladder naar de zolder niet meer op. De boer wilde dat de knecht in de schuur ging slapen, maar Matka had de bedstee uitgeruimd.
De twee knechten die uit het dorp kwamen, werkten met ontbloot bovenlijf maar de echte boerejongens schuwden de zon en regelmatig drenkten zij hun gestreept overhemd in het water van de beek om dan druipend van de nattigheid verder te zwoegen.
'Het is wel duidelijk dat de oorsprong van de meeste worsten ligt bij het thuisslachten." Van varkens, want die zijn goedkoper om te houden dan koeien. Ze eten met de pot mee en je kunt ze makkelijk in een hok achter hut, hoeve of huis houden. Dat gebeurde honderden jaren lang tot ver in deze eeuw, zoals mevrouw Schreinemachers, slager te Venlo, zich herinnert. "Mijn vader trok in november, de traditionele slachtmaand, met twee knechten rond, om bij de mensen thuis hun varkens te slachten."
Arbeidersfamilies crepeerden van de honger. De textielfabrikanten werden met de dag vetter. Ze woonden in monumentale en kapitale uitgesausde villa's, omringd door goed onderhouden parken en een leger personeel. Het huispersoneel, de bedienden, knechten en tuinmannen, werd geronseld uit de strafkoloniën te Veenhuizen. In het kader van de reclassering kregen die geen loon uitbetaald.
Combinatiemogelijkheden
met adjectief ervoor
- de beste knechten
- de beste knechts
De beste knechten waren afgevoerd naar het front of het werkkamp.
In april '45 werd mijn grootvader Ferenc bijgenaamd Ursus als dwangarbeider meegenomen naar de Sovjetunie [...]. Samen met zijn beste knechts en paarden werd mijn grootvader naar de kolchozen en sovchozen achter de Oeral getransporteerd.
- de oude knecht
In ruil voor het loon en voor onze bonnen konden we eten krijgen, met veel moeite, waarvoor de boer de hoogste prijs bedong. De oude knecht werd niet meer gevoed door Pelle. De knecht had toch een mooi stuk land, vond de boer. 'Daar had Fritz toch goed op kunnen verbouwen. van zo'n stuk land kun je volop halen.'
met adjectivisch tegenwoordig deelwoord
- inwonende knechten
De kleiboeren, zoons en dochters, met inwonende knechten en meiden, werkten op de textielfabriek, konden voor en na de fabrieksuren hun gepachte land bewerken, het vee verzorgen, werkten tachtig uur per week in de textiel.
met voorzetselgroep
Voorzetsel: van
- de knecht van de bakker
Meestal ging er iemand mee uit de buurt, om kolen of briketten te jatten. De knecht van de bakker aan de overkant, die vergunning had om in donker over straat te gaan, omdat hij vroeg moest bakken.
met bezittelijk voornaamwoord
- hun knecht
- hun knechten
- zijn knecht
- zijn knechten
- zijn knechts
Had wijlen zijn vader het ook niet door de vingers gezien toen hun knecht een beetje ongelukkig in de silo gleed en een paar uur later paars als een aubergine uit de graankorrels werd gevist?
Duitse boeren hadden hun knechten en werkvolk naar het front laten sturen.
Wie neerstrijkt op een van de roodgeverfde boerenleenbankjes, wordt meteen aangesproken door de boer, zijn vrouw, zijn knecht, zijn zoon of zijn campinggasten. "Waar komen jullie vandaan? En hoe vinden jullie het hier?" Onopgemerkt door het Achterhoekse land trekken is er niet bij.
In veel huishoudens werd de dames-, kinder- en onderkleding gemaakt door de boerin zelf of de huisnaaister. De kleermaker 'boerensnieder' maakt vooral de bovenkleding voor de boer en zijn knechten.
Een zekere F. S. werd zelfs langdurig ondervraagd, maar zijn knechts konden getuigen dat hij van de hele dag zijn werkplaats niet had verlaten.
met ander, nevengeschikt substantief
- een glazenwasser en zijn knecht
- de boer en zijn knechten
- de slager en zijn knechten
Voor de winkel staan een glazenwasser en zijn knecht, en een tweetal modieus geklede dames die het rechtse uitstalraam bekijken.
In veel huishoudens werd de dames-, kinder- en onderkleding gemaakt door de boerin zelf of de huisnaaister. De kleermaker 'boerensnieder' maakt vooral de bovenkleding voor de boer en zijn knechten.
Mijn moeder was bang voor de slager en zijn knechten.
voorafgegaan door als
- als knecht
"Ibsen werkte aanvankelijk als knecht in een apotheek, waar hij de klanten gadesloeg."
Woordfamilie
Als deel van een afleiding
Als deel van een afleiding
Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen
- afwasknecht
- bagageknecht
- bakkersknecht
- banketbakkersknecht
- bestelknecht
- beulsknecht
- boerenknecht
- bovenknecht
- brouwersknecht
- dagknecht
- dekknecht
- dienstknecht
- fietsknecht
- gordijnknecht
- hoeveknecht
- huisknecht
- kamerknecht
- kappersknecht
- keukenknecht
- landbouwknecht
- landsknecht
- letterknecht
- livreiknecht
- magazijnknecht
- melkersknecht
- melkknecht
- metselaarsknecht
- molenaarsknecht
- monsterknecht
- negerknecht
- paardenknecht
- pakhuisknecht
- partijknecht
- politieknecht
- ranchknecht
- rijknecht
- scheepsknecht
- schildersknecht
- schippersknecht
- schoenmakersknecht
- schoolknecht
- schoutsknecht
- slagersknecht
- smidsknecht
- stalknecht
- terreinknecht
- timmerknecht
- timmermansknecht
- toneelknecht
- transportknecht
- tuindersknecht
- tuinknecht
- uitgeversknecht
- vissersknecht
- voetknecht
- wagenknecht
Als linkerlid in samenstellingen en samenkoppelingen
knecht 1.1
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een knecht…
is een bediende; is een persoon
- [Groep] behoort tot het personeel; maakt deel uit van de huishouding
- [Geslacht] is een jongen of een man
- [Activiteit of handeling] verricht verschillende werkzaamheden voor zijn werkgever; verzorgt bv. de tuin of heeft taken in huis
- [Betrokkene] is in dienst van een ander; werkt voor een baas
Algemene voorbeelden
Het gaat me om die hogere kringen. Er zijn heren en knechten, Jef, dat is zeker. Bij elke heer hoort een knecht, en bij elke knecht een heer.
Combinatiemogelijkheden
met adjectief ervoor
- een goede knecht
De goede slaaf, die over het dienstvolk gesteld is, is de herder, de leraar, of de voorganger, die zijn verantwoordelijkheid aangaande het plan Gods en de bedoeling Gods met de mens, kent en verstaat. Hij zorgt voor de kudde die hem toevertrouwd is, zoals een goede knecht bezig is om over het huis van zijn heer te waken en het personeel te verzorgen.
met bezittelijk voornaamwoord
- zijn knecht
In de omgeving van Toronto werden een adellijke heer van Schotse afkomst en zijn huishoudster vermoord door zijn knecht en een dienstmeisje.
Woordfamilie
Als deel van een afleiding
Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen
Als linkerlid in samenstellingen en samenkoppelingen
knecht 2.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een knecht…
is Zwarte Piet; is een persoon
Algemene voorbeelden
Zwarte Piet wordt al veel langer gezien als een politiek incorrecte verschijning. Aan het einde van de twintigste eeuw, zo luidt de politiek correcte mening, past het niet meer dat een roomskatholieke bisschop er zwarte knechten er op na houdt. Waarom geen Rode, Blauwe en Gele Pieten, zeggen de tegenstanders van Zwarte Pieten al jarenlang en bij de intocht van Sinterklaas in Amsterdam was te zien dat hun pleidooi succes heeft.
Combinatiemogelijkheden
met voorzetselgroep
Voorzetsel: van
- de knechten van sinterklaas
Van Sprang heeft de zwarte sinterklaas geïntroduceerd. Waarom? "Allochtone mensen en vooral de donkere mensen kijken naar de witte man als naar een heilige man. De donkere mensen worden daarbij genegeerd: de zwarte pieten zijn slechts de knechten van de witte sinterklaas. Het idee was om deze tegenstelling te veranderen. Het maakt immers niet uit of de sinterklaas een witte of een zwarte man is".
met bezittelijk voornaamwoord
- je knecht
- zijn knecht
- zijn knechten
Het ritueel begon die avond van de 5e december 1931 als vanouds. Er werd op de deur geklopt. Koos hield de adem in. 'Kom maar binnen met je knecht! had zijn moeder nog geroepen. De deur ging op een kier en door de smalle opening stak de vertrouwde witgehandschoende hand die een paar pepernoten de kamer in wierp.
Zijn gezicht en handen zitten zwart onder de schoensmeer, zijn lippen zijn lippenstiftrood, zijn hemd heeft alle kleuren van de regenboog, lange witte kousen, zwarte pofbroek en een witte pluim op zijn roodfluwelen hoed. Lenig als een dier glijdt hij van de tafel en begroet de sint met een diepe buiging, springt op een andere tafel en speelt verder fluit tot de sint zijn knecht een teken geeft en de bespreking kan beginnen.
In het Museum Dit is in Bethlehem vindt tot en met 6 december de tentoonstelling Twee Eeuwen Sinterklaas en Pieterbaas plaats. Op de tentoonstelling is te zien hoe de bekende kindervriend en zijn knecht zich in de afgelopen 200 jaar aan de jeugd hebben gepresenteerd. Een bonte stoet Sinterklazen en Zwarte Pieten trekt op de tentoonstelling voorbij op prenten, boeken, kaarten, curiosa en speelgoed.
In de hele regio Noordwest-Overijssel en Zuidwest-Drenthe werd zaterdag de alom bekende Sint Nicolaas met zijn knechten binnengehaald.
Ondersteund door de muziekvereniging 'Sempre Serone' zongen jong en oud de bezoeker toe, terwijl zijn knechten met pepernoten strooiden. De Sint trok later met de muziek voorop en met begeleiding van de Ponyclub Ruinerwold door het dorp.
Nadat zich tegen half twee veel ouders met hun kinderen op het Veenhovenplein hadden verzameld, kwamen eerst zijn knechten bovenop een brandweerauto aangereden. Daarna arriveerde de Sint op zijn trouwe schimmel op het plein, onder luid gejuich van de kinderen.
Woordfamilie
Als deel van een afleiding
knecht 3.0
(sport en recreatie; fietssport)
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een knecht…
is een wielrenner; is een persoon
Algemene voorbeelden
"Ik ben knecht". Frank Vandenbroucke heet een mateloos ambitieus kereltje te zijn. Garantie voor talent, maar niet zelden ook voor wrevel. Niet hier. "Ik schik me naar een knechtenrol", stelt Frank ontspannen. "We maken toch geen schijn van kans tegen de mannen die uit de Tour komen. Ik ben hier om te werken voor België. Niet alleen voor Museeuw. Het zou dom zijn Johan als enige kopman uit te spelen. Er kan hem iets overkomen of het kan op een spurt uitdraaien. Dan stel ik me ten dienste van Steels."
Geen kopman, geen knechten, geen lulkoek. Een blok. Het devies waarmee nationaal beloftencoach Jan Nevens zijn vier musketiers in de regenboogstrijd stuurt.
Combinatiemogelijkheden
met voorzetselgroep
Voorzetsel: van
- de knecht van
- een knecht van
De grote doorbraak van Giro- en Tourwinnaar Indurain in 1991 betekende een beetje de figuurlijke dood van Delgado. Bij Banesto noemde men de laatste nimmer de knecht van de nieuwe coming-man. In 1992 waren beiden kopman in de Tour. De beste van de twee zou de steun van de ploeg krijgen.
Vorige week was hij in de Ronde van Vlaanderen nog een marionet van het ploegenspel, een knecht van de latere winnaar Johan Museeuw. Zeven dagen later waren de rollen omgedraaid bij Mapei.
met bezittelijk voornaamwoord
- zijn knechten
Hij werd ingehaald door verschillende van de achter hem rijdende groepjes. Zo raakte hij in ieder geval weer omringd door zijn knechten. Ze duwden en ze trokken hem, maar niets hielp. Bij een bruggetje stapte Coppi af.