lommerd


lommerd 1.0

instelling die geld uitleent tegen inlevering van enig roerend bezit als onderpand dat de geldlener doorgaans binnen een bepaalde termijn kan terugkrijgen na betaling van de leensom én rente, of dat door de instelling wordt verkocht; bank van lening; pandhuis

Algemene voorbeelden


Officieel werd de lommerd in 1614 opgericht om de armen te beschermen tegen de woekerrente van particulieren. Er werd echter niet over gepiekerd om, zoals de kerk wilde, renteloos leningen aan de armen te geven. De rente die de lommerd over de beleende panden berekende was zelfs hoger dan de officiële rentestand.

NRC,

Het waren Italiaanse zakenlui op zoek naar een breder emplooi in noordelijke streken die in de dertiende eeuw de eerste 'lommerds' - van 'Lombarden' - stichtten in Utrecht en Holland, maar het waren de gewestelijke en stedelijke autoriteiten die hen daarvoor toestemming gaven.

NRC,

In de hoogtijdagen van de zeventiende eeuw vonden grote partijen koopwaar, linnen en specerijen, maar ook zilveren vaatwerk van de stad en zelfs Engelse kroonjuwelen, hun weg naar de lommerd. Wat de bank bijdroeg aan het algemeen belang is moeilijk in geld uit te drukken, maar de gezagsdragers van de Republiek meenden een publiek goed te verdedigen als zij de lommerd in bescherming namen tegen beschuldigingen van woeker door calvinistische scherpslijpers. Ondanks de hoge rente op de leensom - 32% was heel gewoon - heeft de bank van lening zich ook altijd in de belangstelling der armen verheugd.

NRC,

De man moet onder dienst en de Duitse vraagt Jan de winterjas van haar man, die hem nu niet nodig heeft, naar de lommerd te brengen. Wat hij trouw doet, onder zijn eigen naam natuurlijk. Netjes brengt hij haar het geld en het lommerdbriefje.

Het pistool van de rekening, Jan Willem Holsbergen,

Woordfamilie


Als linkerlid in samenstellingen en samenkoppelingen


lommerd 1.1

gebouw waarin een lommerd gevestigd is

Betekenisbetrekking


metonymie
Betrokken betekenissen 1.0 : 1.1

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een lommerd…

is een gebouw

      Algemene voorbeelden


      'Waar is de lommerd?' De brievenbesteller wees op de drie ballen die van een gevel hingen. De zeeman tikte tegen zijn pet en ging erop af. Stadsbank van Lening. De stenen traptreden waren mooi rond uitgesleten van al die armoedzaaiers. De deur stond open. Binnen was het een kale bedoening. Een man met een rood hoofd tilde juist een radiotoestel op de balie. Op het bankje zat een magere vrouw met een opgevouwen bruidsjurk. Ze keek voor zich uit en zweeg, want waarom ben je in de lommerd.

      Het damesorkest en andere stadsverhalen, Herman Pieter de Boer,