nors 1.0
Combinatiemogelijkheden
met substantief
- een norse man
- een norse vent
Beledigend, teruggetrokken en bruusk is de schrijver maar ten dele en met reden. Onder de norse man schuilt een gebroken man die zijn leven weer op orde wil krijgen, maar niet durft te erkennen dat dat in z'n eentje niet lukt.
McDowell speelt een erg norse man, die niets lijkt in te zitten met zijn dansers en enkel eer wil halen met hun goede prestaties.
Als na meer dan een uur de meisjes vertrekken blijf ik nog zolang zitten tot zij uit het zicht dreigen te verdwijnen; alvorens hen achterna te gaan kijk ik in triomf het terras nog 'ns rond, geef een norse vent die mij gadeslaat een walgelijk vette knipoog en grijns uitvoerig.
met bijwoord
- erg nors
- wat nors
- zo nors
McDowell speelt een erg norse man, die niets lijkt in te zitten met zijn dansers en enkel eer wil halen met hun goede prestaties.
Hij lijkt eerst wat nors, maar blijkt achteraf correct, minzaam, huiselijk en zeer naarstig om het zijn gasten, onder meer met Valais-wijn van eigen winning, gezellig te maken.
Ronald is gevoeliger dan Frank, minder humeurig, niet zo nors.
met werkwoord
- nors kijken
In de bosjes kwamen ze altijd dezelfde mensen tegen. Ze wensten elkaar een goede morgen en informeerden hoffelijk naar de toestand van elkaars honden. Mevrouw van der Linden liep ook in de bosjes, maar niemand groette haar omdat ze nors keek.
Woordfamilie
Als deel van een afleiding
nors 2.0
Betekenisbetrekking
Betrokken betekenissen | 1.0 : 2.0 |
---|
Combinatiemogelijkheden
met substantief
- een nors gezicht
- een norse blik
- een norse kop
- een norse stem
- een norse toon
- een norse uitdrukking
'U begrijpt dat ze ons niet werkeloos konden laten zitten afwachten. Daarom is voor ons flexteam gekozen voor zogeheten flexibele inzetbaarheid. We zijn dus eigenlijk een extra flexibel flexteam.' Met een nors gezicht draait hij zijn bureaustoel een kwartslag, zodat Snetlage nu tegen zijn profiel aankijkt.
Een verkoper trad me met een norse blik tegemoet.
Het waren meest ouwe kerels die bij de politie dienstdeden. Bullebakken met kale koppen, grijze haren en grauwe gezichten. Gemene, norse koppen als vergroeide aardappels, bieten en knollen, met grimmige blik op zoek naar onraad, die met verbeten smoelen bitse bevelen snauwden.
In stilte hopend dat het loket niet voor je neus dichtklapte, een uitgestrekte arm je tegenhield, een norse stem van onder een pet je toeblafte: in díe rij gaan staan! Achter aansluiten! Geslóten! Kop dicht! Morgen terugkomen! Ze spreken tegen ons als tegen honden, vloekte Matka.
Tot de leider voor me stond en op norse toon vroeg, wat ik kwam doen.
Dan verschijnt er plotseling een heer of dame ten tonele, die in vlekkeloos Engels en een tikkeltje uit de hoogte het woord richt tot de functionaris of diens ondergeschikten. Als bij toverslag verandert de norse uitdrukking op het ambtenarengelaat in een welwillende glimlach. Hoe deftiger het Engelse accent, hoe toeschietelijker de functionaris.