paap


paap 1.0

(beledigend)

rooms-katholieke geestelijke; vaak specifieker in toepassing op de seculiere geestelijke

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een paap…

is een geestelijke; is een persoon

  • [Organisatie of instelling] maakt deel uit van de geestelijkheid van de rooms-katholieke kerk
  • [Geslacht] is een man
  • [Activiteit of handeling] houdt zich op zijn respectievelijke niveau van de kerkelijke hiërarchie bezig met de zielszorg van leken of leidt een monastiek bestaan

    Algemene voorbeelden


    Darwin had niet gezegd dat de mens van de apen afstamt. Die bewering werd hem door papen en dominees toegeschreven. Darwin had aangetoond dat de mens en de aap een gemeenschappelijke voorvader hebben. Door het kennen van die correctie verhief je je boven het vulgus.

    Een dag uit het leven van de reuzenkoeskoes, Karel van het Reve,

    Woordfamilie


    Als deel van een afleiding


    Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen


    Als linkerlid in samenstellingen en samenkoppelingen


    paap 2.0

    (beledigend)

    persoon met een rooms-katholiek geloof

    Betekenisbetrekking


    generalisering
    Betrokken betekenissen 1.0 : 2.0

    Semagram (extra betekenisinformatie)


    Een paap…

    is een persoon

    • [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] hangt het rooms-katholieke geloof aan
    • [Geslacht] is een man of een vrouw

      Algemene voorbeelden


      Van de eerste cursusavond herinner ik mij nog dat broeder Koevoet zwaaide met een naamlijst van ongelovigen. 'We zijn hier met negenduizend zielen,' riep hij. 'Drieduizend gereformeerden, drieduizend hervormden, duizend papen, duizend christelijk gereformeerden, en nog wat ongeregeld goedje, zo'n vijfhonderd mensen die apostolisch of zevendedags of doopsgezind of iets anders zijn, of bij het Leger des Heils lopen. Dan blijven er nog 458 over die God noch gebod kennen, en die staan hier allemaal op de lijst, die zullen we bij hun lurven pakken, die zullen we op Blijde Zaterdag allemaal bekeren.'

      Het woeden der gehele wereld, Maarten 't Hart,

      Maar omdat men met godslastering nog slechts een kleine minderheid kan kwetsen, lijkt het er op dat nu de voorraadkamer van de geschiedenis wordt aangesproken, om de taal met nieuwe krachttermen en beledigingen te verrijken. En omdat het onderwijs in de geschiedenis vooral de twintigste eeuw behandelt, is het jongste verleden de belangrijkste leverancier. Voetbalsupporters schelden hun tegenstanders niet uit voor hoeken of kabeljauwen, papen of geuzen, kezen of oranjeklanten. Ze roepen dat Ajax een jodenclub is. Hun kennis van de geschiedenis mist zowel diepte als uitgebreidheid.

      NRC,

      Combinatiemogelijkheden


      met adjectief ervoor


      • roomse paap

      Toen liet Smokkelgraads een harde, raspende boer en gaf de fles door. 'Zuipen is slecht en naar de hoeren gaan is doodzonde. De katholieken kunnen alles wegbiechten. Vandaar dat alle roomse papen hoerelopers zijn!' Triomfantelijk keek hij rond. Vroeger bezat de kerk de macht in Twente. In de steden zwaaiden de priesters de scepter, op het land waren de monniken de baas.

      De Hunnen. Dl. 2: Bevrijding, Jan Cremer,

      Woordfamilie


      Als deel van een afleiding


      Als linkerlid in samenstellingen en samenkoppelingen