plusmama


plusmama 1.0

(onderwijs en opvoeding; (vooral) in België; neologisme)

vrouw die de rol van moeder op zich neemt van een of meer kinderen die haar partner uit een eerdere relatie heeft; iemand met een of meer stiefkinderen; stiefmoeder; bonusmama

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een plusmama…

is een moeder

      Algemene voorbeelden


      "Zelf ben ik mama van twee kinderen en plusmama van één kind. Wij proberen het door van de ziekte een vierde kindje - een extra broertje - te maken, maar het is niet evident om hen uit te leggen als ik me niet goed voel."

      Het Nieuwsblad,

      Vergeet het "verschrikkelijke" woord stiefouder, maar noem je extra ouders vanaf nu plusmama en/of pluspapa. Dat is de boodschap van de vzw StiefOuder, die zondag de eerste Stiefouderdag organiseert. De vereniging wil, naast de "echte" vader en moeders, voortaan ook de stiefouders een jaarlijkse feestdag geven [...]. Bij de eerste stiefouderdag hoort ook een nieuwe naam voor de betrokkenen, zo vond de organisatie.

      http://www.hln.be/hln/nl/35/Seks-Relaties/article/detail/330565/2008/06/29/Zeg-niet-langer-stiefouder-maar-plusouder.dhtml,

      Hoe fijn is het niet voor de plusmama of -papa, om niet meer voortdurend aan de ex van je partner te worden herinnerd, via de familienaam van het pluskind?

      De Standaard,

      Etymologie


      Aard herkomst inheems woord
      Vroegste datering 2008
      Benoemingsmotief Het woord impliceert dat de nieuwe ouder een meerwaarde geeft aan het gezin.
      Bijzonderheden Het woord is bedacht ter gelegenheid van de eerste Stiefouderdag op de laatste zondag van juni 2008.