schieraal 1.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een schieraal…
is een vis; is een dier
- [Kleur] is zilverachtig of zilvergrijs met een lichte buik
- [Vorm] heeft een langgerekte vorm
- [Deel] heeft een groot rond oog met een diameter die wel het dubbele kan zijn van zijn oog in een eerder stadium (als 'rode aal')
- [Leeftijd] is bij benadering tussen de zeven en twintig jaar oud
- [Stadium] bevindt zich in het laatste levensstadium van de aal of paling, d.w.z. na glasaal, pootaal en rode aal
- [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] is volwassen en geslachtsrijp
- [Behandeling of bewerking] wordt soms bij sluizen en stuwen gevangen met grote fuiken
- [Beweging] zwemt met kronkelende bewegingen
- [Gedrag] eet niet en trekt van zoet naar zout water (naar de Sargassozee) om zich voort te planten
- [Betrekking of relatie] is een aal of paling
Algemene voorbeelden
Aal is een migrerende vissoort die in zijn levenscyclus als jonge glasaal trekt van zout naar zoet en als volwassen schieraal van zoet naar zout.
Bij een lengte vanaf 30 cm (mannetjes) tot 45 cm (vrouwtjes) verandert de aal van uiterlijk (aangeduid als schieraal, vanwege de witte, schiere buik), en trekt opnieuw naar zee, om daar aan de voortplanting te gaan deelnemen.
Er is maar één soort paling, die zowel in zee als in zoet water voorkomt. Vroeger dacht men dat paling en aal twee soorten waren; het zijn echter twee namen voor hetzelfde dier. Ook namen als breedbekpaling, smalbekpaling en schieraal hebben betrekking op één en hetzelfde dier, wàt visser of vishandelaar daarover ook mag beweren. Schieraal is de paling die teruggaat om te paren, deze wordt vooral bij sluizen naar de zee gevangen.
Schieraal eet niet en wordt alleen in fuiken gevangen en dan met name in grote fuiken. In de binnenvisserij wordt voor de vangst van schieraal ook de ankerkuil ingezet met name bij stuwen.
Volwassen aal, 7 - 20 jaar oud, wordt schieraal of paling genoemd.
Combinatiemogelijkheden
in voorzetselgroep
- uittrekroute van de schieraal
- uittrek van schieraal
- uittrek van veel schieralen
Voor de vangst van schieraal in het IJsselmeer wordt gebruik gemaakt van zgn. "grote fuiken" die langs de dijk bij de uittrekroute van de schieraal worden gezet.
Halvering van de visserijdruk op schieraal zou in het IJsselmeer kunnen op termijn leiden tot verbetering van de aalstand en een optimalisatie van de aalvangsten zou van de visserijdruk kunnen volstaan. Echter, hiermee bedraagt de uittrek van schieraal dan nog altijd maar 3% van de onbeviste situatie.
In onderstaande tabel is per maatregel ingeschat hoe effectief deze doorwerkt op het herstel van de aalstand waarbij uittrek van veel schieralen uit Nederland een relatieve maat is.
De uittrek van schieraal naar zee vindt hoofdzakelijk plaats in het najaar (september-oktober).
- visserij op schieraal
In Zuid-Europa wordt met name de in Noord-Europa gangbare visserij op rode- en schieraal als voornaamste oorzaak voor de terugloop van de aalstand aangemerkt.
De visserij op schieraal is in de overige binnenwateren belangrijker dan in het IJsselmeer.
Voor de visserij op schieraal wordt gebruik gemaakt van o.a. hokfuiken en schietfuiken.
- vissen op schieraal
In Noord-Europa wordt overwegend op rode aal en schieraal gevist.
Ook langs de Nederlandse kust wordt gericht op schieraal gevist met hokfuiken die bij de uittrekpunten langs de kust worden geplaatst.
met ander, nevengeschikt substantief
- glasaal, rode aal en schieraal
Daartegenover staat dat de visserijdruk op glasaal, rode aal en schieraal tenminste op gelijk niveau is gebleven, waardoor het volwassen bestand van de aal en de aanwas van jonge aal sterk achteruit is gegaan.
De complexe levenscyclus van de aal en de vele interacties met menselijke ingrepen in kust- en binnenwater bieden een scala aan mogelijke maatregelen [...]. De drie levensfases van de aal (glasaal, rode aal en schieraal) hebben ieder andere aanknopingspunten.