sporter 1.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een sporter…
is een persoon
- [Uiterlijk] streeft naar een gespierd lichaam zonder overtollig vet
- [Frequentie] sport geregeld of, indien beroepsmatig, vrijwel dagelijks
- [Activiteit of handeling] doet aan sport; beoefent een of meer sporten
- [Oorzaak, reden of aanleiding] sport uit liefhebberij of voor zijn beroep; sport om gezond en fit te blijven; sport om de conditie op peil te houden en om het figuur mooi en slank te houden; sport om zijn prestaties te verbeteren en zijn grenzen te verleggen; sport om competities en wedstrijden te winnen
Algemene voorbeelden
Sportorganisaties constateren dat steeds meer mensen met een handicap besluiten te gaan sporten. Ook het Nationaal Fonds Sport Gehandicapten (NSFG) merkt de toename in het aantal sporters.
In Nederland mag een sporter die bij een bond is aangesloten geen individuele sponsers hebben.
Bromantan verdoezelt het gebruik van andere verboden middelen en tijdens de Olympische Spelen in Atlanta werden er enkele sporters op betrapt.
'Omdat het leren mij gemakkelijk afgaat hoop ik voldoende tijd over te houden om ook als sporter te presteren'.
Een sporter die aan de top staat blijft ook trainen om er volgend jaar weer te staan.
Jonge sporters zijn extra kwetsbaar omdat hun lichaam nog in volle ontwikkeling is.
Combinatiemogelijkheden
met adjectief ervoor
- een fanatiek sporter
- een fanatieke sporter
- een fervent sporter
- een fervente sporter
- een recreatief sporter
- een recreatieve sporter
- een individueel sporter
- een individuele sporter
- een gehandicapt sporter
- een gehandicapte sporter
- een valide sporter
- een invalide sporter
- een mindervalide sporter
- een olympisch sporter
- een olympische sporter
- een professioneel sporter
- een professionele sporter
- een niet-professioneel sporter
- een niet-professionele sporter
Door het amendement van de Stadswacht kunnen nu ook gehandicapte leden van bijvoorbeeld Red Giants die sinds kort een rolstoelafdeling heeft in aanmerking komen voor de gemeentelijke subsidie [...]. Dit bevordert de integratie van invalide en valide sporters.
Er bestaat voor een fanatiek sporter bijna geen grotere straf dan passief toe te moeten kijken, niet mee te kunnen doen wegens een blessure.
Premier Dehaene bracht, net voor hij met vakantie vertrok, hulde aan de olympische sporters.
Vlaanderen telt bijna drieduizend professionele sporters, atleten die jaarlijks minstens een half miljoen frank verdienen.
met adjectivisch voltooid deelwoord
- een betaalde sporter
- een geblesseerde sporter
- een gekwalificeerde sporter
- een georganiseerde sporter
- een getraind sporter
- een getrainde sporter
Zo zweten getrainde sporters bijvoorbeeld meer en sneller bij lagere temperaturen dan ongetrainde.
Hij wees ook op het probleem dat zieke of geblesseerde sporters steeds meer risico lopen positief te reageren bij een doping-controle bij het normale gebruik van geneesmiddelen.
Woordfamilie
Als deel van een afleiding
Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen
- amateursporter
- autosporter
- bergsporter
- beroepssporter
- binnensporter
- breedtesporter
- buitensporter
- competitiesporter
- denksporter
- duursporter
- elitesporter
- gelegenheidssporter
- handboogsporter
- hengelsporter
- hobbysporter
- jeugdsporter
- krachtsporter
- medesporter
- motorsporter
- niet-sporter
- paardensporter
- pleziersporter
- ploegsporter
- prestatiesporter
- profsporter
- recreatiesporter
- solosporter
- teamsporter
- theatersporter
- thuissporter
- topsporter
- uithoudingssporter
- vechtsporter
- vliegersporter
- vrijetijdssporter
- wandelsporter
- watersporter
- wedstrijdsporter
- wintersporter
- zeilsporter
- zomersporter