zaterdag 1.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Zaterdag…
is een dag; is een periode; is een tijd
- [Deel] bestaat uit 24 uur
- [Geheel] is een van de zeven dagen van een week
- [Rang of hiërarchische positie] is de zesde dag van een week op de gregoriaanse kalender
- [Duur] duurt 24 uur
- [Ordening of volgorde] wordt voorafgegaan door vrijdag en gevolgd door zondag
- [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] is de eerste dag van het (voor vele mensen vrije) weekend; is een dag waarop de scholen doorgaans gesloten zijn; is bij uitstek de dag waarop men 's avonds uitgaat; is de dag waarop door velen de boodschappen voor de komende week worden gedaan; is een dag waarop in verenigingsverband gesport wordt; wordt door joden beschouwd als de wekelijkse rustdag
Algemene voorbeelden
'Zijn er geen andere patiënten?' vroeg ik. 'Het is zaterdag, dan zijn er heel veel naar huis, als ze niet opgesloten zitten tenminste.'
Voor een groot gehoor van geïnteresseerde "experts " hield E.L.H. Spierings op zaterdag 20 mei 1995 een voordracht met het onderwerp "De Behandeling van clusterhoofdpijn".
Bayern had dankzij de zege een voorsprong van twee punten op Kaiserslautern bewaard, Nurnberg was door de nederlaag binnen het bereik gebleven van mede-degradatiekandidaat Freiburg, dat zaterdag van Stuttgart won en nog maar twee punten achterligt en een beter doelsaldo heeft.
Op zaterdag, de dag waarop de consument de meeste boodschappen haalt, trok AH nog maar 1 procent meer bezoekers dan de vier zaterdagen ervoor.
Tientallen Urker vissers hebben donderdag en vrijdag met hun schepen deelgenomen aan een zoektocht naar hun verdronken collega. Die zoektocht bleef zonder resultaat. In Urk zijn zaterdag in verband met de begrafenissen diverse activiteiten afgelast.
Combinatiemogelijkheden
met adjectief ervoor
- vorige zaterdag
met adjectivisch tegenwoordig deelwoord
- aanstaande zaterdag
- komende zaterdag
- volgende zaterdag
met adjectivisch voltooid deelwoord
- afgelopen zaterdag
met voorzetselgroep
- zaterdag bij
- zaterdag in
- zaterdag met
- zaterdag naar
- zaterdag om
- zaterdag tot
in voorzetselgroep
- na zaterdag
- op zaterdag
- sedert zaterdag
- sinds zaterdag
- tot zaterdag
- van zaterdag
- vanaf zaterdag
- voor zaterdag
met telwoord ervoor
- de eerste zaterdag (van de maand, van de maand april enz.)
- de tweede zaterdag (van de maand, van de maand april enz.)
- de derde zaterdag (van de maand, van de maand april enz.)
- de vierde zaterdag (van de maand, van de maand april enz.)
met telwoord erachter
- zaterdag 1 januari, maart enz.
- zaterdag 2 januari, maart enz.
- zaterdag 3 januari, maart enz.
- zaterdag 4 januari, maart enz.
- zaterdag 5 januari, maart enz.
- zaterdag 6 januari, maart enz.
- zaterdag 7 januari, maart enz.
- zaterdag 8 januari, maart enz.
- zaterdag 9 januari, maart enz.
- zaterdag 10 januari, maart enz.
- zaterdag 11 januari, maart enz.
- zaterdag 12 januari, maart enz.
- zaterdag 13 januari, maart enz.
- zaterdag 14 januari, maart enz.
- zaterdag 15 januari, maart enz.
- zaterdag 16 januari, maart enz.
- zaterdag 17 januari, maart enz.
- zaterdag 18 januari, maart enz.
- zaterdag 19 januari, maart enz.
- zaterdag 20 januari, maart enz.
- zaterdag 21 januari, maart enz.
- zaterdag 22 januari, maart enz.
- zaterdag 23 januari, maart enz.
- zaterdag 24 januari, maart enz.
- zaterdag 25 januari, maart enz.
- zaterdag 26 januari, maart enz.
- zaterdag 27 januari, maart enz.
- zaterdag 28 januari, maart enz.
- zaterdag 29 januari, maart enz.
- zaterdag 30 januari, maart enz.
- zaterdag 31 januari, maart enz.
met aanwijzend voornaamwoord
- die zaterdag
- deze zaterdag
met onbepaald voornaamwoord
- elke zaterdag
- iedere zaterdag
voorafgegaan door naamvalsgenitief
- 's zaterdags
Ik moest daar 's zaterdags werken en dat vonden de kinderen niet prettig.
Soms gebeurt het zelfs dat Britta 's zaterdags blijft slapen, zodat er de volgende dag kan worden verder gewerkt.
Vaste verbindingen
Woordfamilie
Als deel van een afleiding
Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen
Als linkerlid in samenstellingen en samenkoppelingen
- zaterdagabonnement
- zaterdagafdeling
- zaterdagamateur
- zaterdagavond
- zaterdagbaan
- zaterdagbijlage
- zaterdagbijvoegsel
- zaterdagbonus
- zaterdagcafé
- zaterdagclub
- zaterdagcolumn
- zaterdagcompetitie
- zaterdagcursus
- zaterdagdienst
- zaterdagdistrict
- zaterdageditie
- zaterdageersteklasser
- zaterdagelftal
- zaterdagetappe
- zaterdagfinale
- zaterdaggevoel
- zaterdagherenteam
- zaterdaghoofdklasser
- zaterdaghulp
- zaterdagkampioen
- zaterdagkrant
- zaterdagmarkt
- zaterdagmatch
- zaterdagmens
- zaterdagmiddag
- zaterdagmorgen
- zaterdagnacht
- zaterdagnamiddag
- zaterdagnummer
- zaterdagochtend
- zaterdagomzet
- zaterdagonderwijs
- zaterdagopening
- zaterdagopleiding
- zaterdagopvang
- zaterdagovernachting
- zaterdagploeg
- zaterdagpremie
- zaterdagprogramma
- zaterdagpubliek
- zaterdagrit
- zaterdagrust
- zaterdagseminar
- zaterdagseniorenteam
- zaterdagsessie
- zaterdagsnijder
- zaterdagstaking
- zaterdagteam
- zaterdagtitel
- zaterdagtoeslag
- zaterdagtraining
- zaterdaguitzending
- zaterdagvereniging
- zaterdagvergoeding
- zaterdagverhaal
- zaterdagvoetbal
- zaterdagvoetballer
- zaterdagvoormiddag
- zaterdagwedstrijd
- zaterdagwerk