Afrikaan/afrikaan


Afrikaan 1.0

iemand die behoort tot een van de volkeren die wonen in Afrika; iemand die afkomstig is uit Afrika; inwoner van Afrika; in het bijzonder: zwarte persoon die afkomstig is uit Afrika; zwarte inwoner van Afrika; in het meervoud ook in toepassing op de bevolking
In het meervoud ook in toepassing op de bevolking.

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een Afrikaan…

is een persoon

  • [Kleur] heeft vaak een donkere huidskleur
  • [Uiterlijk] heeft vaak negroïde kenmerken
  • [Groep] behoort tot de Afrikaanse bevolking
  • [Plaats] woont doorgaans in Afrika
  • [Plaats van herkomst] is gewoonlijk afkomstig uit Afrika; is geboren in Afrika
  • [Behandeling of bewerking] Zwarte Afrikanen werden in het verleden door blanke Europeanen overheerst en als slaven verkocht

Algemene voorbeelden


De jonge Zuid-Afrikaanse miljonair, die in Londen woont, is de eerste Afrikaan in de ruimte.

Provinciale Zeeuwse Courant,

Afrika is berucht om zijn vele oorlogen maar staat tevens bekend om de snelle wijze waarop Afrikanen zich na een verbeten strijd verzoenen.

NRC,

Tijdens mijn verdere reizen door Egypte, Soedan en omliggende landen zou ik nog vaak onder de indruk komen van de buitengewone gastvrijheid van de Afrikanen en van de geweldige vreugde die hun dans uitstraalt.

http://www.bellydance.be/content.html

Combinatiemogelijkheden


met adjectief ervoor


  • illegale Afrikanen

De bewindslieden kregen de afgelopen dagen veel kritiek te verduren wegens de hardhandige verwijdering van illegale Afrikanen uit een Parijse kerk, afgelopen vrijdag.

De Standaard,

  • zwarte Afrikanen

Het gesprek verliep in het Engels en belandde onvermijdelijk bij de vraag hoe de blanke Europeanen de zwarte Afrikanen moeten helpen.

De Standaard,

Woordfamilie


Als deel van een afleiding


Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen


Afrikaan 1.1

man uit Afrika; Afrikaanse man

Algemene voorbeelden


Aan de overzijde van de straat kwamen een roodharige vrouw en een donkere man langzaam hun richting uit gewandeld. De Afrikaan droeg een pak en zelfs, de temperatuur ten spijt, een das, maar de vrouw was gehuld in losse, kleurrijke gewaden.

Wees maar niet bang, Christophe Vekeman,

Ik trouwde met een Afrikaan, die Archibald speelde in 'Le Nègre' van Jean Genet, en we stichtten een gezin in het net onafhankelijk geworden Guinee van de socialist Sékou Touré.

NRC,

Afrikaan 2.0

iemand met de Zuid-Afrikaanse nationaliteit; iemand die behoort tot het Zuid-Afrikaanse volk; iemand die afkomstig is uit Zuid-Afrika; inwoner van Zuid-Afrika; Zuid-Afrikaan
In het meervoud ook in toepassing op het volk.

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een Afrikaan…

is een persoon

      Combinatiemogelijkheden


      met adjectief ervoor


      • zwarte Afrikanen

      De Zuid-Afrikaanse wetboeken zijn nog steeds doordrenkt met regels die een zelfstandige ontwikkeling van zwarte Afrikanen in de weg staan.

      NRC,

      afrikaan 3.0

      tuinplant uit de composietenfamilie met gele of geel en rood (of donkerbruin) geschakeerde bloemen en een sterke, onaangename geur; afrikaantje

      Semagram (extra betekenisinformatie)


      Een afrikaan…

      is een plant

          Algemene voorbeelden


          Het gaat niet alleen meer om klassieke kuipplanten als oleanders en citrusfruit, maar je vindt er begonia's, lobelia's, bougainville, mimosa, afrikanen en violen.

          De Limburger,

          Woordfamilie


          Als deel van een afleiding