Brusselaar


Brusselaar 1.0

iemand die afkomstig is uit Brussel; inwoner van Brussel

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een Brusselaar…

is een persoon

  • [Plaats] woont doorgaans in Brussel
  • [Plaats van herkomst] is afkomstig uit Brussel; is geboren in Brussel
  • [Taal] is meestal Franstalig of Nederlandstalig of spreekt een taal overeenkomstig zijn allochtone afkomst

    Combinatiemogelijkheden


    met adjectief ervoor


    • Franstalige Brusselaar
    • Nederlandstalige Brusselaar
    • Vlaamse Brusselaar

    Meer dan ooit zullen de Vlaamse Brusselaars deel blijven uitmaken van de Vlaamse Gemeenschap. De Franstalige Brusselaars zullen dit moeten inzien en aanvaarden. Het is niet de schuld van de Vlamingen dat de Franstaligen in dit land gekozen hebben voor de oprichting van een autonome vierde gemeenschap door bij de laatste grondwetsherziening de Brusselse Franstalige gemeenschap los te weken uit de Communauté Française. Dat was de vrije keuze van de Franstalige politici.

    De Standaard,

    De administratie van de VGC die dit beleid voor de Nederlandstalige Brusselaar moet uitvoeren, bestaat uit 6 diensten.

    http://books.google.nl/books?id=CmOLyte8yWgC&pg=PA92&lpg=PA92&dq=%22Nederlandstalige+Brusselaar%22&source=bl&ots=F-UPFk5p1j&sig=I6XVrmaApqHyUJk_r7Z0bqWc2XY&hl=nl&sa=X&ei=_T2GUvn8JIq80QXmq4CYCg&ved=0CDQQ6AEwATgK#v=onepage&q=%22Nederlandstalige%20Brusselaar%22&f=false,

    Woordfamilie


    Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen


    Brusselaar 1.1

    iemand die lid of aanhanger is van een sportclub, vereniging of andere groep uit Brussel
    Meestal in het meervoud.

    Semagram (extra betekenisinformatie)


    Een Brusselaar…

    is een persoon

        Algemene voorbeelden


        Eén Portugese goal kon Sporting fataal zijn en het werd de Brusselaars steeds heter onder de voeten.

        De Standaard,