Brusselse 1.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een Brusselse…
is een persoon
- [Geslacht] is een vrouw
Algemene voorbeelden
De lotgevallen van Arcadie Claret, een wulpse Brusselse die rond 1842 de maîtresse werd van de Belgische koning Leopold I, laat ze als contrathema door het verhaal lopen. Daarmee schetst ze en passant ook een tijdsbeeld van het Brussel uit de eerste helft van de negentiende eeuw.
Mijn moeder was een Brusselse, van een familie van Vlaamse afkomst. Mijn grootvader Cahen was joods en Fransman, maar leefde in Antwerpen waar hij wisselagent was.
Dolf had verteld dat hij Frank al lang kende, dat hij geregeld uit Duitsland naar Brussel kwam, dat zijn vrouw zelfs een Brusselse was.
Laura Beyne is de eerste allochtone Miss België ooit. De 19-jarige Laura is afkomstig uit Schaarbeek en is half Belgisch, half Congolees. Maar één ding is zeker: ze is beeldschoon en bovendien in België geboren. Als Brusselse heeft ze enkele voordelen. Ze volgde les in een Nederlandstalige school in Laken maar thuis werd er Frans gesproken.