detailhandelaar 1.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een detailhandelaar…
is een handelaar; is een persoon
Algemene voorbeelden
Moet een detailhandelaar over het algemeen passief afwachten totdat de consument zijn winkel betreedt, van de directe verkoopmedewerker wordt meer activiteit verwacht. Om met de consument in contact te komen, dient de verkopende partij het initiatief te nemen.
Overigens wijzen studies erop dat gecertificeerd hout, wil het aftrek vinden bij consument en detailhandelaar, voortdurend beschikbaar en van goede kwaliteit moet zijn én niet meer mag kosten dan hout zonder keurmerk.
Combinatiemogelijkheden
met voorzetselgroep
Voorzetsel: in
- detailhandelaar in levensmiddelen
- detailhandelaar in motorvoertuigen
De personen die het beroep uitoefenen van detailhandelaar in motorvoertuigen of in aanhangwagens kunnen een inschrijving "handelaar" verkrijgen voor de voertuigen waarvan zij eigenaar zijn.
De kruidenier is een detailhandelaar in "droge" levensmiddelen. Als zodanig is hij te onderscheiden van de slager, de bakker en de groenteboer, die verse levensmiddelen verkopen.
Woordfamilie
Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen
detailhandelaar 2.0
Betekenisbetrekking
Betrokken betekenissen | 1.0 : 2.0 |
---|
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een detailhandelaar…
is een bedrijf
Algemene voorbeelden
Deze oplossing stelt Europese detailhandelaars en hun handelspartners in staat de productenstroom van bron tot consumptie te beheersen.
Combinatiemogelijkheden
met voorzetselgroep
Voorzetsel: in
- detailhandelaar in speelgoed
- detailhandelaar in natuurlijke producten
Blokker heeft veruit het grootste marktaandeel als detailhandelaar in speelgoed in Nederland. Het concern is eigenaar van de ketens Bart Smit en Intertoys, die 340 winkels tellen.
De grootste Amerikaanse detailhandelaar in natuurlijke producten, verlaagde zijn omzetverwachting voor 2007.