kot 1.0
((vooral) in België)
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een kot…
is een ruimte
Algemene voorbeelden
'Ja,' repliceerde hij, 'met op de achtergrond een kraan die druppelt en een kanarievogel die zit te fluiten in zijn kot. En achter op de koer een putteke dat stinkt.'
Wat zouden zij zich druk maken om die arme honden en katten van Canina, die de komende wintermaanden weer zitten te rillen in hun tochtige kotten?
'Verder heb je de kalmeringsmiddelen... want je begrijpt, die beesten lijden net zo goed aan woningnood in die overbevolkte kotten [...]. Ze worden snel agressief als ze elkaar zo op de tenen staan te trappen en met de konten tegen elkaar duwen. dan beginnen ze te gillen en bijten mekaar de staart af. En je, wat is nou een varken zonder staart? Dat verkoopt niet, hè.'
Woordfamilie
Als deel van een afleiding
Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen
kot 2.0
((vooral) in België)
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een kot…
is een ruimte
Algemene voorbeelden
Een platen kot, met wat isolatie is al voldoen om enkele honderde liters wijn in te laten vergisten.
Je zult een Belg nooit tegenhouden om nog een kot bij zijn huis te bouwen.
Woordfamilie
Als deel van een afleiding
Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen
kot 3.0
((vooral) in België)
Betekenisbetrekking
Betrokken betekenissen | 1.0 : 3.0 |
---|---|
Betrokken betekenissen | 2.0 : 3.0 |
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een kot…
is een ruimte
Algemene voorbeelden
Onder gewapende escorte werden we afgevoerd naar de gevangenis, een kot zonder ramen, zonder WC, zonder eten of drinken en alweer stinkend als de pest.
De naam Raymond Poulidor, de eeuwige tweede, viel daarom zondag in het kot dat als kleedkamer dienst deed.
In kleermakerszit, spiernaakt, zat Henri op de drempel van de wc, een klein kot, nauwelijks groot genoeg voor een volwassene.
Woordfamilie
Als deel van een afleiding
Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen
kot 4.0
((vooral) in België)
Betekenisbetrekking
Betrokken betekenissen | 1.0 : 4.0 |
---|---|
Betrokken betekenissen | 2.0 : 4.0 |
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een kot…
is een kamer; is een ruimte; is een plaats
- [Functie] dient voor de huisvesting van studenten
- [Plaats] bevindt zich in een gebouw in een universiteitsstad of een andere plaats waar instellingen voor hoger onderwijs zijn
- [Organisatie en organisatiewijze] wordt meestal verhuurd door de eigenaar of door een instelling die kamers beheert
Algemene voorbeelden
Een goed kot is voor iedere student iets anders.
Gemiddeld betaal je 4.000 tot 5.000 frank per maand voor een kot met gemeenschappelijke delen.
Hierna de straat ophollen, alle hippe kroegen en discopubs afstomen en 100 toevallig ontmoete verliefde koppels van beider kunne inviteren om eens lekker met elkaar te vrijen op je kot, de eerste vrijdag van volgende maand in straat bee nummer 34 etage drie, na achten.
Combinatiemogelijkheden
als object bij een werkwoord
- een kot huren
Omdat we al snel wisten dat we bij elkaar zouden blijven, vonden onze ouders dat het financieel niet interessant was dat we allebei een kot huurden.
in voorzetselgroep
- op kot
- op kot gaan
- op kot zitten
Studenten die momenteel in een home op kot zitten, zullen het kunnen beamen: de huidige kamers zijn klein.
Heel wat studerende jongeren kiezen ervoor om tijdens hun studieperiode op kot te gaan.
Opvallend is dat 94 % van de ondervraagde studenten zich al na een paar maanden aangepast voelt op kot.
Leuven studentenstad. Leven op kot. Waarom op kot? Op kot gaan of pendelen? That is the question.
Woordfamilie
Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen
Als linkerlid in samenstellingen en samenkoppelingen
- kotactiviteit
- kotadres
- kotbaas
- kotbelasting
- kotbewoner
- kotcultuur
- kotdecreet
- kotenjacht
- kotenstop
- kotenverhuur
- kotervaring
- kotfuif
- kotgebeuren
- kotgemeenschap
- kotgenoot
- kotgenote
- kotinfrastructuur
- kotjacht
- kotkit
- kotlady
- kotleven
- kotmaaltijd
- kotmadam
- kotnet
- kotparasiet
- kot-pc
- kotprijs
- kotsite
- kotstudent
- kottaks
- kotvergadering
- kotvlo
- kotweekend
kot 5.0
((vooral) in België; informeel; pejoratief)
Betekenisbetrekking
Betrokken betekenissen | 1.0 : 5.0 |
---|---|
Betrokken betekenissen | 2.0 : 5.0 |
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een kot…
is een huis; is een gebouw
- [Constructie] is vaak slordig en gammel opgetrokken; is soms een elementaire constructie die dient als beschutting, zoals een bushokje, of voor sommige handelsactiviteiten, zoals de verkoop van snacks
- [Materiaal] is vaak samengesteld uit minderwaardige materialen
- [Toestand algemeen] is vaak in zeer slechte staat; is vaak bouwvallig; lijkt meer een hok voor dieren dan iets om door mensen bewoond te worden
Algemene voorbeelden
De kamer baadde in een lucht van wakte. Er moest vocht in de muren zitten en de kachel werd veel te sporadisch gestookt om het te verdrijven. 'Godverdomme, dat stinkt hier toch altijd in dat kot,' vloekte ik, veel luider dan ik gewoonlijk sprak.
Toen ik 't Hommelhof betrad, had ik maar één gedachte: wat een vuil kot.
Dat bouwvallig kot? Het oudste huis uit de streek! Wat moet hij daarmee gaan beginnen? De patron toont uitvoerig aan, dat het snertding aan de grond zit.
Ik heb ook lang gewoond in een kot als zo hier in de buurt. Mijn vrouw en ik. Op den duur kregen de kakkerlakken elk een voornaam, begrijp je. We hebben lang naar iets beters moeten zoeken.
Woordfamilie
Als deel van een afleiding
Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen
kot 6.0
((vooral) in België; informeel; sarcastisch)
Betekenisbetrekking
Betrokken betekenissen | 1.0 : 6.0 |
---|---|
Betrokken betekenissen | 2.0 : 6.0 |
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een kot…
is een huis
Algemene voorbeelden
Ik weet wel dat je niet van hem hield, maar je erft nu toch de helft van zijn bezittingen en als onze vader en ons moeder zaliger mij er niet nog per ongeluk bijgemaakt hadden, dan was gans dat kot hier met hebben en houden van jou alleen. Eerst zien wat dat kot waard is, zei mijn broer nukkig. Als ik met mijn deel van de opbrengst van de inboedel een nieuwe fiets kan kopen, tracteer ik je.
Ik haal geen drank meer in m'n kot, om Wilfried tenminste van het zuipen af te houden als hij thuis is.
Het klonk kwader dan bedoeld, maar ik moet mij hier in mijn eigen kot toch niet laten afblaffen?
Vaste verbindingen
Woordfamilie
Als deel van een afleiding
Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen
kot 7.0
(voetbal; sport en recreatie; (vooral) in België; informeel)
Betekenisbetrekking
Betrokken betekenissen | 1.0 : 7.0 |
---|---|
Betrokken betekenissen | 2.0 : 7.0 |
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een kot…
is een bouwwerk
Algemene voorbeelden
"We hadden hier met tien voor ons kot kunnen kruipen en spekuleren op de counter, maar dat spelletje ligt ons niet echt", aldus een al bij al niet ontevreden Fi.
Weer veel treurnis, kortom, tot die linke Simon Tahamata tegen de korst stuikte over het been van Bossuyt en ref Hus in een gulle bui naar het penaltykrijt wees. Vande Walle zijn kot uit, de loden rechter ertegen en 2-0.
kot 8.0
(transport, verkeer en reizen; (vooral) in België)
Betekenisbetrekking
Betrokken betekenissen | 6.0 : 8.0 |
---|
Semagram (extra betekenisinformatie)
Het kot…
is een lokaal
- [Functie] dient als contactplaats voor dokwerkers en werkgevers, waar de eerstgenoemden kunnen worden aangeworven voor een karwei voor één dag
- [Plaats] bevindt zich in het Antwerpse havengebied
- [Gebruiker] wordt gebruikt door dokwerkers in afwachting van werk
Algemene voorbeelden
Een werkgever die een schip wil laden of lossen, kan in het Kot zijn losse werkkrachten aanwerven. Wie geregeld jobs voor dokwerkers heeft, hoeft niet naar het Kot te gaan. Hij mag telkens dezelfde ploeg arbeiders bestellen.
Ik ging aan de dokken werken en terwijl ik daar mijn kostje verdiende predikte ik de revolutie en deelde aan 't kot pamfletten uit die de arbeiders opriepen deel te nemen aan de strijd voor een rechtvaardige wereld.