sigaret 1.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een sigaret…
is een rookartikel; is een voorwerp
- [Afmeting] is kleiner en dunner dan een sigaar
- [Geur] verspreidt een typische geur die door niet-rokers als onaangenaam wordt ervaren
- [Kleur] heeft doorgaans een wit omhulsel
- [Smaak] heeft vaak een typische smaak en kan, door toevoeging van smaakmiddelen, naar menthol, vanille of cacao smaken
- [Vorm] heeft de vorm van een kokertje
- [Attribuut] kan een pijpje als attribuut hebben
- [Deel] bestaat uit papier en tabak, en kan als mondstuk een filter hebben
- [Materiaal] bestaat uit fijngesneden tabak en een omhulsel van speciaal daarvoor gemaakt, dun papier
- [Samenstelling] bevat nicotine en teer
- [Functie] dient om als genotmiddel gerookt te worden
- [Grondstof] wordt gemaakt van tabak en dun papier
- [Vervaardiging] wordt in de fabriek vervaardigd, maar kan ook door de gebruiker gemaakt worden door de tabak (shag) in een vloeipapiertje te rollen
- [Container] zit in een pakje
- [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] is, als hij gerookt wordt, verslavend en schadelijk voor de gezondheid
- [Gebruikswijze] wordt aan het ene uiteinde aangestoken en vervolgens wordt aan het andere uiteinde met de lippen de sigarettenrook geïnhaleerd
Algemene voorbeelden
In 1900 was meer dan 80 procent van alle tabak die in Europa geconsumeerd werd pijptabak en maar 12 procent werd geconsumeerd in de vorm van sigaretten. In 1914 was deze verhouding al bijna 50-50. Door de twee Wereldoorlogen werd deze trend alleen maar voortgezet, en vandaag de dag wordt meer dan 90% van alle tabak gerookt in de vorm van sigaretten.
Daar ging ik zitten op het warmste plekje op de neplederen fauteuil en ik trakteerde mezelf op een sigaret en vuur.
Om de twee uur vermoordt de sigaret ten minste één landgenoot.
Jongeren die per brief of e-mail persoonlijk worden aangesproken op hun rookgedrag, zijn meer geneigd te minderen of te stoppen dan jongeren die alleen via algemene voorlichtingsprogramma's op school worden gewezen op de gevaren van sigaretten.
Een jonge bleekneus neemt een laatste haal van zijn sigaret, blaast een grijze wolk de lucht in, snuift enkele malen, knijpt de peuk plat, gooit ze op de grond en plet ze met zijn voet.
Dat je geen monocle meer kon dragen, dat had Eduard van zijn vader geleerd. Maar daarom was het nog niet verboden een sigaret uit een lang zilveren pijpje te roken, een sigaret liefst van het merk Brochess of Batchari. Dat was een 'extravagance' die Eduard zich niet ontzeggen liet.
Combinatiemogelijkheden
als subject bij een werkwoord
- branden
- smaken
- smeulen
- stinken
Overigens rook je onderhand zoveel dat driekwart van de sigaretten je niet meer smaakt.
'Vind je het goed als ik een raampje open? Je sigaret stinkt zo.'
Isabel, daar, in de hoek, die ouwe lelijkaard daar die zijn gazet zit te lezen! Isabel, zijn sigaret brandt niet!
als object bij een werkwoord
- een sigaret aansteken
- een sigaret opsteken
- een sigaret roken
- een sigaret oproken
- een sigaret inhaleren
- een sigaret doven
- een sigaret uitdoven
- een sigaret uitdrukken
- een sigaret uitduwen
- een sigaret uitmaken
- een sigaret draaien
- een sigaret rollen
- een sigaret aanbieden
- een sigaret krijgen
- een sigaret nemen
- een sigaret presenteren
- een sigaret bietsen
- sigaretten halen
- sigaretten kopen
- sigaretten verkopen
- sigaretten smokkelen
Een roker die gestopt is met roken, kan het zich nooit meer veroorloven één enkele sigaret te roken: zodra hij er één rookt is hij al hervallen of herbegonnen met roken – één sigaret is nooit meer één sigaret, maar altijd het begin van een keten die nooit echt was doorbroken.
Ze stak een sigaret aan en inhaleerde diep. "Weet je, er zijn hier mensen en die zal ik maar niet bij naam noemen," zei ze, terwijl ze met de brandende sigaret naar het plafond wees, "die het niet altijd even goed voor hebben met mijn baas... Als je begrijpt wat ik bedoel."
Toppunt van bedachtzaamheid, verzinken in zichzelf, zal wel het zelf rollen van een sigaret zijn.
Ze hoorde dat Elien een sigaret opstak.
Tom stond een moment tegen een wagen geleund om even op adem te komen, toen er een jonge agent bij hem kwam staan en hem een sigaret aanbood.
Hij doofde de sigaret, stond op en deed zwijgend een paar stappen heen en weer, leunde toen tegen de muur naast het nachtkastje.
Het kanaal van de boekhandels, zo wordt vaak gesteld, slibt echter dicht [...]. Rainbow onderzoekt wel of het de moeite loont om een tweede distributiecircuit uit te bouwen via garages en kruideniers. "Ze verkopen er sigaretten en video's, dus waarom ook geen boeken?''
Uit onderzoek blijkt dat de meeste jongeren hun eerste sigaret(ten) aangeboden krijgen van vrienden en dat zij hun eerste sigaret(ten) in aanwezigheid van hun vrienden roken.
Hij volgde drie kortgerokte hostesses die sigaretten presenteerden en vuurtjes gaven.
Ik stak een sigaret op. 'Ik ook,' zeiden Willy en Bullebijs. Godverdomme, wanneer koopt dat slag van eikels hun eigen sigaretten? Ik gaf hun elk een sigaret, en deelde vuur uit.
met adjectivisch tegenwoordig deelwoord
- een brandende sigaret
- een rokende sigaret
- een smeulende sigaret
- een stinkende sigaret
Daisy's kleren liggen slordig op het bed. Oda ruikt eraan en hangt ze netjes over de stoel. Op de grond een brandende sigaret in een asbak. Ze neemt een trekje en drukt hem uit.
Het kerkhof ligt daar nog tegen de kerk. Heel stemmig, een mooie plek voor stilte. De stilte die ik nu verzamel en laat opgaan in de rook van een smeulende sigaret. Belga filter, King Size.
met adjectivisch voltooid deelwoord
- een opgerookte sigaret
- een halfopgerookte sigaret
- een zelfgerolde sigaret
- gerookte sigaretten
- zelfgerolde sigaretten
Er lag een opgebruikte strip pillen naast zijn telefoon en in de asbak lagen half opgerookte sigaretten.
Tussen zijn lippen houdt hij het nat gesabbelde eindje van een zelfgerolde sigaret, die inmiddels al is gedoofd.
De man drukt zijn nog niet half opgerookte sigaret uit en zucht verveeld.
met adjectief ervoor
- een nieuwe sigaret
- een verse sigaret
- de laatste sigaret
- zijn laatste sigaret
- een Amerikaanse sigaret
- een Egyptische sigaret
- een Engelse sigaret
- een Franse sigaret
- een Turkse sigaret
- Amerikaanse sigaretten
- Egyptische sigaretten
- Engelse sigaretten
- Franse sigaretten
- Turkse sigaretten
- een dunne sigaret
- een losse sigaret
- een lichte sigaret
- een light sigaret
- lichte sigaretten
- light sigaretten
- de eeuwige sigaret
- zijn eeuwige sigaret
- gewone sigaretten
- een halve sigaret
- de ene na de andere sigaret
Je hoeft ook niet te kiezen voor niet roken om niet ziek te worden of te sterven als je oud bent. Ook als je jong bent, veroorzaakt roken gevolgen die niet aantrekkelijk zijn. "Ik rook alleen maar light sigaretten, dus rook ik veilig." Er bestaan geen veilige sigaretten. Sigaretten met een laag teer- en nicotinegehalte bevatten wel minder teer en nicotine dan gewone sigaretten, maar bevatten nog voldoende schadelijke stoffen om de kans op ziekte of sterfte te vergroten.
'Hier,' zei hij. Hij stopte mij een paarse sigaret toe en stak er zelf ook een op [...]. 'Diep inhaleren!' De sigaret geurde naar onze oude sofa. 'Dat zijn Egyptische sigaretten! Daar groeit uw leutertje van.'
Als de weerlicht draaide Dimi zich in zijn stoel om, haalde de eeuwige sigaret van zijn lip en keek haar smachtend aan.
Het Indoneesje hield zijn dunne sigaret in zijn vingers en draaide hem zenuwachtig rond terwijl hij steeds opnieuw de letters op de steen leek te spellen.
Hij rookt onophoudelijk Franse sigaretten, draagt bij mooi weer een dure Ray Ban-zonnebril en is evenals Bas afkomstig uit de Rotterdamse aristocratie.
met substantief ervoor
- een pakje sigaretten
- een slof sigaretten
- een paar sigaretten
Uit haar handtas die aan de stoel hangt vist ze een pakje sigaretten en staat op.
De tweeling waggelde met de bakken bier naar de kant, en Serge frommelde een slof sigaretten open en gooide Lowie en Soepvandekar een pakje toe.
met telwoord ervoor
- de eerste sigaret
- zijn eerste sigaret
- de zoveelste sigaret
- tien sigaretten
- twintig enz. sigaretten
Hij wilde eerst de deur opengooien maar hij deed het niet. Waarom zou hij de deur opengooien? Had Herman hem betrapt of zo? (Met zijn eerste sigaret op zolder. Met zijn eerste seksboek in de kelder. Met de kat die hij aan het martelen was in het schuurtje).
Beide ministers zullen aan de Ministerraad voorstellen om de verkoop van pakjes met minder dan 19 sigaretten te verbieden.
met voorzetselgroep
- een sigaret in zijn mond hebben
- (twintig) sigaretten per dag
- (zes) sigaretten per uur
- sigaretten per stuk
An heeft uiteraard weer een sigaret in haar mond.
De beste politica vond ik Golda - zonder filter - Meïr: 150 sigaretten per dag, en ik bleef een onvoorwaardelijke fan van Gainsbourg: zeven pakjes per dag; Van Rossem 8.
in voorzetselgroep
- aan een sigaret lurken
- aan een sigaret trekken
- aan een sigaret zuigen
- aan zijn sigaret lurken
- aan zijn sigaret trekken
- aan zijn sigaret zuigen
- met een sigaret in de hand
- met een sigaret in de mond
- met een sigaret in de mondhoek
- met een sigaret in zijn hand
- met een sigaret in zijn mond
- met een sigaret in zijn mondhoek
- naar een sigaret snakken
- naar een sigaret verlangen
- trek hebben in een sigaret
- zin hebben in een sigaret
- een trek van een sigaret
- een trek van zijn sigaret
- een trekje van een sigaret
- een trekje van zijn sigaret
- een trekje nemen van een sigaret
- een trekje nemen van zijn sigaret
- het verlangen naar een sigaret
- de behoefte aan een sigaret
- het gebruik van sigaretten
- de consumptie van sigaretten
- de prijs van sigaretten
- zonder sigaretten zitten
De prijs van sigaretten bestaat voor ongeveer 75 procent uit accijnzen en btw. "De prijsverhoging komt er dus niet echt op initiatief van de tabaksindustrie", benadrukt André Van der Borght, productieleider bij Cinta, fabrikant van onder meer sigarettenmerken Davidoff en West.
Emma trok aan haar sigaret en keek de zaal rond.
Echte dichters zitten altijd zonder sigaretten, de drank is op, en iedereen is al naar huis.
Hij nam een trek van zijn sigaret.
Zelfs bij tieners die niet meer dan vijf sigaretten per dag roken, was het effect van het roken merkbaar.
Ik had zin in een sigaret maar je mag bij mijn moeder thuis niet roken.
met ander, nevengeschikt substantief
- sigaretten en sigaren
- sigaretten en sigaartjes
- sigaren en sigaretten
- een sigaret of sigaar
- een sigaar of sigaret
- een sigaret of sigaartje
Een kelkje jenever sloeg hij bovendien nooit af, en zelf deelde hij met kwistige hand sigaretten en sigaartjes rond.
Ik heb het er al over gehad, dat ik [...] een sigaret of sigaartje rookte en keek naar die vreemde berg, de Matterhorn.
De tabak die in een sigaret of sigaar zit, groeit niet kant en klaar aan een boom.
Tabak wordt gemaakt van de bladeren van de tabaksplant. Deze bladeren worden geplukt en daarna gedroogd. De gedroogde bladeren worden dan naar fabrieken gebracht, waar er sigaretten en sigaren van gemaakt worden.
Vaste verbindingen
de ene sigaret met de andere aansteken
-
Vormvariant: de ene sigaret met de andere opsteken
sigaret na sigaret roken; buitengewoon veel roken; kettingrokenSynoniem: kettingroken
Uit verveling staken ze de ene sigaret met de andere aan.
Strikt naar de letter van de definitie genomen ('iemand die de ene sigaret met de andere aansteekt') was mijn vader geen kettingroker.
Kees en Alice steken de ene sigaret met de andere op.
de ene sigaret na de andere roken
-
buitengewoon veel roken; kettingroken
Synoniem: kettingroken
Haar nervositeit uitte zich erin dat ze de ene sigaret na de andere rookte.
Hij rookte de ene sigaret na de andere en zocht tussen de stapels papier op zijn bureau naar het contract.
Daantje rookte de ene sigaret na de andere en vertelde, terwijl ze Bloody Mary's dronk, pikante verhalen over alle interessante mensen die ze kende.
Woordfamilie
Als deel van een afleiding
Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen
- astmasigaret
- Caballerosigaret
- Camelsigaret
- chocoladesigaret
- cracksigaret
- dodensigaret
- EU-sigaret
- filtersigaret
- gaatjessigaret
- hasjsigaret
- importsigaret
- kindersigaret
- kreteksigaret
- kruidnagelsigaret
- LIP-sigaret
- marihuanasigaret
- mentholsigaret
- merksigaret
- muntsigaret
- ochtendsigaret
- oefensigaret
- pretsigaret
- sjoemelsigaret
- substituutsigaret
- vermageringssigaret
- vrouwensigaret
- wietsigaret
Als linkerlid in samenstellingen en samenkoppelingen
- sigarettenaansteker
- sigarettenadvertentie
- sigarettenas
- sigarettenautomaat
- sigarettenbedrijf
- sigarettenblaadje
- sigarettenbox
- sigarettenbranche
- sigarettencellofaan
- sigarettencentje
- sigarettenconcern
- sigarettenconsumptie
- sigarettendamp
- sigarettendienblad
- sigarettendoos
- sigarettenetui
- sigarettenfabriek
- sigarettenfabrikant
- sigarettenfilter
- sigarettenfraude
- sigarettengat
- sigarettengeur
- sigarettengigant
- sigarettengloed
- sigarettenhandel
- sigarettenheesheid
- sigarettenhoesje
- sigarettenhouder
- sigarettenimperium
- sigarettenindustrie
- sigarettenjongen
- sigarettenjuffrouw
- sigarettenkater
- sigarettenklant
- sigarettenkoker
- sigarettenkuch
- sigarettenmaker
- sigarettenmarkt
- sigarettenmeisje
- sigarettenmerk
- sigarettennevel
- sigarettenpakje
- sigarettenpapier
- sigarettenpapiertje
- sigarettenpasje
- sigarettenpauze
- sigarettenpeuk
- sigarettenpijpje
- sigarettenprijs
- sigarettenproducent
- sigarettenpunt
- sigarettenreclame
- sigarettenrokend
- sigarettenroker
- sigarettenroller
- sigarettenrook
- sigarettenrookster
- sigarettenslof
- sigarettensmokkel
- sigarettensmokkelaar
- sigarettenstank
- sigarettenstompje
- sigarettentabak
- sigarettenverbod
- sigarettenverbruik
- sigarettenverkoop
- sigarettenverkoopster
- sigarettenverkoper
- sigarettenverpakking
- sigarettenvloei
- sigarettenvloeitje
- sigarettenwalm
- sigarettenwikkel
- sigarettenwinkel
- sigarettenwolk
- sigarettoerisme