wallebak 1.0
((vooral) in België)
iemand die er graag op uittrekt met de bedoeling plezier te maken, vooral door kroegbezoek;
iemand die vaak op stap gaat om zich te vermaken; iemand die graag uitgaat en daarbij
veel alcohol drinkt, vooral door de kroegen af te lopen; iemand die uitbundig feestviert;
iemand die aan de zwier gaat; boemelaar; fuifganger; fuifnummer; kroegloper; pierewaaier;
zwierbol; negatiever ook: drinkebroer; dronkaard; dronkenlap; losbol; zuiplap
Ook als scheldwoord gebruikt.
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een wallebak…
is een persoon
- [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] trekt er graag op uit om zich te vermaken en daarbij veel alcohol te drinken; gaat aan de zwier, gaat aan de boemel, zet de bloemetjes flink buiten
- [Waardering] wordt bij buitenissig of al te uitbundig en baldadig gedrag niet gewaardeerd
Algemene voorbeelden
Adèle Decieury zou zijn vrouwelijke begeleidster – zo stond het in het proces-verbaal – ook gekrabd hebben en volgens het verslag van dd. agent Van Puymbroeck Désiré zouden volgende woorden uit haar mond gekomen zijn: jan mijn kloten, metteko, strontruimer, wijventoeker, schramoelenbuik en wallebak.
Een wallebak is een onfatsoelijk persoon, een persoon die aan de zwier is.
300 wallebakken weerstaan kan niet met aaien of kusje. Wie heeft hekel aan politie?