februari 1.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Februari…
is een maand; is een periode; is een tijd
- [Deel] bestaat uit 28 dagen, in een schrikkeljaar uit 29 dagen
- [Geheel] maakt deel uit van het jaar en is een wintermaand
- [Rang of hiërarchische positie] is de tweede maand van het jaar op de gregoriaanse kalender
- [Duur] duurt 28 dagen, in een schrikkeljaar 29 dagen en is de kortste maand van het jaar
- [Ordening of volgorde] wordt voorafgegaan door de maand januari en gevolgd door de maand maart
- [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] is een maand met relatief koud weer en is traditioneel de maand waarin Valentijnsdag en carnaval gevierd worden
Algemene voorbeelden
Onder deze gewoonten en gebruiken verstaan we feesten en rituelen als Sint-Maarten (11 november), Sint-Nicolaas (6 december), Kerstmis (25 december), Onnozele Kinderen (28 december), Nieuwjaarsdag (1 januari), Driekoningen (6 januari), Maria-Lichtmis of Maria-Reiniging (2 februari), Schrikkeldag (29 februari), Halfvasten, 1 april en zelfs de dagen voor Pasen.
Het college van procureurs-generaal heeft voor de uitvoering van de nieuwe wetgeving de Aanwijzing Opsporingsbevoegdheden vastgesteld (Staatscourant, 4 februari 2000, nr. 25).
In februari dit jaar is het beleid van de scouts aangepast.
Het enclavetheater zal het stuk verder nog spelen op zaterdag 1 februari, woensdag 5 februari, vrijdag 7 en zaterdag 8 februari.
De tentoonstelling loopt tot en met zaterdag 14 februari, Valentijnsdag dus.
Rijnlandse folklore: in februari carnaval, in de zomermaanden de anti-Berlijn-betogingen.
Combinatiemogelijkheden
met adjectief ervoor
- aanstaande februari
- de acht koudste februari's
Februari 1986 blijkt, als de reeks helemaal wordt benut, slechts één maand uit vorige eeuwen voor te hoeven laten gaan: alleen in 1855 was het kouder. Opmerkelijk is dat de eerste 150 jaar helemaal niet meedoen en dat van de acht koudste februari's er zeven in de laatste honderd jaar optraden.
met adjectivisch voltooid deelwoord
- afgelopen februari
met voorzetselgroep
- in februari van dat jaar
- in februari van dit jaar
- in februari van vorig jaar
- 5 februari om 15.00 uur
- 11 februari om 16.00 uur enz.
in voorzetselgroep
- half februari
- in februari
- midden februari
- na februari
- per februari
- rond februari
- sedert februari
- sinds februari
- tegen februari
- tot februari
- vanaf februari
- van februari tot mei enz.
- de derde, laatste enz. week van februari
- de derde, laatste enz. dag van februari
- de eerste zaterdag, zondag enz. van februari
met substantief ervoor
- begin februari
- eind februari
- de maand februari
- (vorig) jaar februari
met telwoord ervoor
- de acht koudste februari's
Februari 1986 blijkt, als de reeks helemaal wordt benut, slechts één maand uit vorige eeuwen voor te hoeven laten gaan: alleen in 1855 was het kouder. Opmerkelijk is dat de eerste 150 jaar helemaal niet meedoen en dat van de acht koudste februari's er zeven in de laatste honderd jaar optraden.
- 1 februari
- 2 februari
- 3 februari
- 4 februari
- 5 februari
- 6 februari
- 7 februari
- 8 februari
- 9 februari
- 10 februari
- 11 februari
- 12 februari
- 13 februari
- 14 februari
- 15 februari
- 16 februari
- 17 februari
- 18 februari
- 19 februari
- 20 februari
- 21 februari
- 22 februari
- 23 februari
- 24 februari
- 25 februari
- 26 februari
- 27 februari
- 28 februari
- 29 februari
- vijf februari
- de tweede februari
- de derde februari
- de vijfde februari
met telwoord erachter
- februari 1940
- februari1944
- februari 2000
- februari 2009 enz.
- februari '97
- februari '98 enz.
met aanwijzend voornaamwoord
- februari dat jaar
- februari dit jaar
overig
- medio februari
Woordfamilie
Als linkerlid in samenstellingen en samenkoppelingen
- februariavond
- februaricijfers
- februaridag
- februarihemel
- februarilicht
- februarimaand
- februarimiddag
- februarimorgen
- februarinacht
- februarinota
- februarinummer
- februariochtend
- februariramp
- februariregen
- Februarirevolutie
- Februaristaking
- februaristorm
- februaritemperatuur
- februariweer
- februariwind
- februarizon