goedgemutst 1.0
Algemene voorbeelden
Ook het programma was aardig. de een deed het leuker, de ander wat saaier, maar tien minuten zijn gauw om en omdat je, op tien minuten na, zelf publiek bent, merk je hoe vertroostend die gedachte is. Ik was daarom goedgemutst en in het geheel niet voorbereid op de tik die het lot mij zou uitdelen.
Hartley lijkt een goedgemutst cineast, in wiens films heel wat wordt afgetobd zonder dat een cynische ondertoon ons humeur bederft.
Het verschil komt hooguit neer op een goede twintig miljard, wist een goedgemutste minister van Begroting te vertellen.
Mijn vader is bijzonder goedgemutst, heeft in zijn lijfblad vanmorgen een prachtige recensie gelezen, een halve pagina en een grote reproduktie erbij.
De commissaris is anno 1995 al lang niet meer de goedgemutste ja-knikker met port en sigaar, zoals het stereotype dicteert.
Met wallen onder de ogen, maar goedgemutst namen ze ook vanochtend weer plaats achter een zacht gekookt eitje en dronken gulzig van de verse jus.
In The River Wild is zij vooral een flinke, goedgemutste moeder, die een beetje moe wordt van de desinteresse van haar man voor zijn gezin.
Een goedgemutste professor Goossens kwam voorbijgemarcheerd, en zag het clubje kwaad grommende onschuldigen.
De goedgemutste Kerstman die op de rendierslee door het luchtruim suist, heeft verdacht veel weg van Thor op z'n bokkenwagen.
Wanneer je eenmaal welwillend door de straten stapt, samen met al die andere goedgemutste stedelingen en toeristen die onwennig met hun ogen knipperen, wilde je dat je een dikkere trui had aangetrokken.
Combinatiemogelijkheden
met bijwoord
- altijd goedgemutst
- extra goedgemutst
- immer goedgemutst
- veelal goedgemutst
De schippers en hun bemanningen zijn veelal goedgemutst en zeker op warme dagen valt er aan boord het nodige schoons te ontdekken.
'De voordeur van ons huis was aan de kant van het Kerkplein, tegenover restaurant Seidel, maar de bedstee stond achter, in de Visscherstraat', grapt de immer goedgemutste Vollenhovenaar.
Een grapjas die altijd goedgemutst is, maar zegt wat hem op de lever ligt.
Muziek stemde haar altijd vrolijk, maar vandaag scheen ze extra goedgemutst.
met werkwoord
- goedgemutst blijven (onder iets)
- iemand goedgemutst stemmen
- goedgemutst terugkijken op iets
Niets in mijn uiterlijk was in staat hem respect af te dwingen en hem goedgemutst te stemmen.
Weerman Jan Versteegt blijft ook goedgemutst onder een waterballet.
Desondanks keek hij goedgemutst terug op een avontuurlijk leven.
met ander, nevengeschikt adjectief
- optimistisch en goedgemutst
Dat heeft rechtstreeks invloed op uw levenskwaliteit: U slaapt vast, u wordt uitgerust en ontspannen wakker, u denkt creatief, u beslist graag, bent optimistisch en goedgemutst.
goedgemutst 2.0
Betekenisbetrekking
Betrokken betekenissen | 1.0 : 2.0 |
---|
Algemene voorbeelden
Even kenmerkend als al dat goedgemutste vertier was het getoonzette verlangen naar rust, vredigheid, romantiek en een wereld die weer overzichtelijk zou zijn.
Maar bovenal is het feest, want de goedgemutste sfeer die de Bootleg Beatles uitstralen, maakt duidelijk dat ze hun grote voorbeelden uitstekend hebben begrepen.
Jacobs vat deze cantates terecht op als komische opera's, vol goedgemutste vrolijkheid, vinnige ritmes en een parodiërend gebruik van het pathos en de melismen uit de "opera seria".
Fluffy bracht goedgemutste drie-akkoordenpunk in kinderjurkjes, maar dat is niet origineel, en Longpigs ruïneerde zijn passionele songs door zijn totale onwil om de boel ook maar een beetje in de hand te houden.
Aan het begin van mevrouw Ten Kortenaar's laatste expositieweek kwamen enkele leerlingen van het Threantcollege goedgemutst de bibliotheek binnenlopen met onder de arm hun creatief en zelfs artistiek vormgegeven prentenboeken.
Jorritsma (VVD) en haar influisteraars staan bij ondertekening van een order die waarschijnlijk het te bezuinigen bedrag met een veelvoud overschrijdt, goedgemutst zij aan zij naast Amerikanen met invasieplannen voor Nederland.
Gruppo Sportivo maakt opnieuw goedgemutste pop.
Combinatiemogelijkheden
met werkwoord
- iets goedgemutst vertellen
- iets goedgemutst zeggen
- er goedgemutst uitzien
Hij zag er heel goedgemutst uit.
'Ja!' zei hij goedgemutst.
in voorzetselgroep
- op een goedgemutste toon
Als de ober komt, bestelt Maurits kalfsoesters en een fles dure witte wijn. Op die beleefde, goedgemutste toon van hem.