goedgezind 1.0
Algemene voorbeelden
Toen rond 1542 de Portugezen voor het eerst in Japan voet aan wal zetten kwam de hen goedgezinde Noboenaga in 1573 aan de macht.
In de boekhandels lag zij, toen ik dit schreef, nog niet en alleen het mij in dit opzicht menigmaal goedgezinde toeval heeft er voor gezorgd dat ik Le Martyre de l'obèse onlangs in een kistje met oude rommel ben tegengekomen.
Combinatiemogelijkheden
met werkwoord
- iemand goedgezind zijn
Philip, ik ben een onnozele man. Ik ga er altijd van uit dat mensen me goedgezind zijn. dat de wereld me goedgezind is.
De vogel die daarin huisde, kwam niet meer naar buiten. Maar hij was ons goedgezind. Misschien was de koekoek wel een vriend van de lijster. Want hij gaf alleen nog dat ene uur aan waarop het goed was, het moment waarop we elkaar na een lange dag troffen in haar keuken en er zelf ook de tijd stil trachtten te zetten.
De elfen waren, als ze gunstig gestemd werden, de mens goedgezind.
Als het weer ons goedgezind is maken we er een heel grote Pinot Noir.
Z'n blik glijdt over de Gieterse grachtjes in de verte, waar het lot hem ooit goedgezind was.
Waarom zou de voorzienigheid jou en mij goedgezind zijn, en niet Maria, had hij gedacht.
Ik ga naar het congres na drie dagen geen slag te hebben uitgevoerd. Ik mocht eens een aanval krijgen. Gelukkig zijn de goden en demonen me goedgezind: ik kan erheen.
Je hebt in het Esterverhaal vaak lange beleefdheidsformules, bijvoorbeeld als Ester de koning nadert en zegt: 'Als u mij goedgezind bent en als het de koning goeddunkt...'
Louise's eigen paarden droegen zilveren bellen aan hun halzen. Anne Marie keek ernaar en dacht: dat wil ik ook. God was haar goedgezind en niet lang daarna betrok ze haar eigen hótel particulier, no. 11 of no. 13 in de Rue de la Néva, wat ik dus niet precies wist, voor ik haar blauwe boek gelezen had.
- iets goedgezind zijn
Maar er heerst ook een gevoel van miskenning: bij veel 'autochtonen' die de multiculturele samenleving in beginsel wel goedgezind zijn én bij allochtonen die wel willen integreren, maar zich toch niet écht deel voelen uitmaken van de Nederlandse samenleving.
Pakistan was het Westen sinds 1947 weliswaar goedgezind, maar was ook een van de slechts drie landen die het Talibanbewind in Afghanistan erkenden en die de separatistische moslimactivisten in Kashmir met raad en daad steunde.
- iemand goedgezind blijven
- iemand goedgezind worden
Hij is mij goedgezind geworden, wéét dat ik met Françoise ga en heeft er niks van gezegd.
Verder heb ik voor vandaag alleen te melden dat ik het oog heb op een meisje dat mij, geloof ik, goedgezind zou kunnen worden en dat hier in huis komt kuisen.
'Laten we bidden dat de Arabieren ons nog een tijdje goedgezind blijven', knorde Van In.
Woordfamilie
Als deel van een afleiding
goedgezind 2.0
((vooral) in België. In deze betekenis vaker in België dan in Nederland, maar niet - zoals wel beweerd wordt - exclusief gebruikt in België.)
Algemene voorbeelden
De twee "moeilijkste" visa waren zo op een dag geregeld! Wij hadden er een maand voor gerekend. Een goede reden om goedgezind naar huis te rijden!
Dat de voorjaarsbraderie in Mei wordt gehouden is volgens Houdel niet toevallig. 'Het weer is in April vaak nogal koud en winderig. De winkeliers denken in dit verband ook een beetje aan zich zelf en daarom is het voor de klant en verkoper beter de braderie in Mei te organiseren.' Houdel hoopt dat de weergoden ook morgen een beetje goedgezind zijn. De voorjaarsbraderie begint om negen uur.
Voor Maksim was ik zijn liefhebbende en onderdanige partner, die hij meestal 'kleintje' noemde als hij goedgezind was, en een enkele keer 'hoer' als hij slechtgezind was.
Dat ik zo goedgezind was, zei hij, en hij fronste zijn wenkbrauwen. Dat beschouwde ik als een aanmoediging. Als het mij zo zichtbaar goed deed om op te ruimen, dan moest ik er toch mee doorgaan?
De kabouter heeft een ambivalente status. Het is een goedgezind wezentje, dat, tegen de juiste betaling, mensen wil helpen. Tegelijkertijd heeft het schepseltje macht over de mens, het kan immers harde wraak nemen als hij niet goed genoeg behandeld wordt.
Leve de jonkheid! 't Is maar één keer kermis en ge hebt niet alle dagen 't geluk dat ik goedgezind ben!
Voor alle zekerheid moeten we dus, m.a.w., zoveel mogelijk goedgezind zijn, maar zonder, natuurlijk, hoogmoedig te worden!