schijterd


schijterd 1.0

(informeel)

iemand die van nature angstig of laf is; lafhartig persoon; bangerik; lafaard; schijtlaars
Vooral als scheldwoord gebruikt. Zowel in Nederland als in België in gebruik, maar in België wordt eerder schijter gebezigd.

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een schijterd…

is een persoon

  • [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] is van nature bang of laf
  • [Voorstellingswijze] wordt voorgesteld als iemand die van angst in zijn broek poept

    Algemene voorbeelden


    Ze was nog maar net vertrokken of het tweetal vatte de draad weer op waar ze hem hadden laten vallen. 'Jij bent een intellectuele luiaard Didier! En slijmbal, een schijterd die te beroerd is om voor ons op te komen. Van assertiviteit heb jij nog nooit gehoord!

    Verdwaalde post, Walter van den Broeck,

    'Weet je dat ik nooit, nooit van Oscar verloren heb vanaf dat ik vier was? Vanaf toen was ik sterker. Altijd gewonnen. Tot nu. De klootzak. Slaat me een bloedneus met z'n lamme handje. En dan weglopen, de schijterd.'

    Het meesterstuk, Anna Enquist,

    Na met deze Gijs een blik van verstandhouding te hebben gewisseld vroeg Doekie ineens of ik mijn pik durfde te laten zien. Ik aarzelde, want zulke kinderachtige spelletjes waren we allang ontgroeid. 'Als je het niet durft ben je een lafbek,' zei Gijs. 'Moet je hem eens zien zitten, de schijterd,' sarde Doekie. Ik raapte al mijn moed bij elkaar en deed wat er van me verlangd werd. 'Gatverdamme!' riep Gijs. 'Viezerik!' schreeuwde Doekie, 'je bent hier in de zitkamer van mijn moeder! Hoe durf je!'

    Bulgaar in Wassenaar, Michael Eenhoorn,

    Combinatiemogelijkheden


    met koppelwerkwoord


    • schijterds worden

    'Ik heb twee gevoelens... Eerst, dat we schijterds aan het worden zijn. We voelen ons bedreigd. Van de morgen tot de avond zijn we op de loop voor spoken. Moordenaars, verkrachters, oplichters, doodrijders, dronkaards, drugverslaafden, inbrekers, dieven, brandstichters, vreemdelingen. En dan, tweede gevoel, dat wij hun de schuld van alles geven. Zijn wij niet rijk? Zijn we niet mooi? Zijn we niet almachtig? Leven we niet eeuwig? Het is hun schuld. De verenigde booswichten. De indringers. De sluipers. De anderen!

    Verborgen schade, Aster Berkhof,

    • een schijterd zijn
    • een beetje een schijterd zijn

    Ze sleepte zich puffend tot aan de hoek van de straat, waar een rood voetgangerslicht Janet tot stilstand had gebracht. 'Kom op, Troo... oversteken.' 'Maar hij staat op rood.' 'Wat ben jij een toch schijterd, Troo. Durf te leven en loop eens door rood. Kom op!'

    Alle families zijn psychotisch, Douglas Coupland,

    De international van FC Barcelona tobde met een spierscheuring van vijf zes centimeter in zijn rechterbovenbeen. Daar staat een revalidatieperiode van zo'n twee maanden voor, herinnerde de voetballer zich van een blessure aan zijn andere been. En dat geduld had Reiziger niet. "Via Hans Jorritsma, de teammanager van Oranje, kwam ik te weten dat veel hockeyers baat bij deze methode hadden gehad. Ik ben een schijterd als het gaat om medische experimenten, maar dit was geen gok", bezweert hij.

    Algemeen Dagblad,

    Hij keek met een blauw oog, een gezwollen wang en boksersoor recht in de camera en het huilen stond hem nader dan het lachen toen hij zei: "Ik zelf ben ook een beetje schijterd hoor. Ik durf hier niets concreets en hards te zeggen over de Hell's Angels. Ik ben niet als de dood maar ik ben wel een beetje een schijterd. Ik word niet de nieuwe verzetsheld."

    NRC,

    met adjectief ervoor


    • laffe schijterds
    • (die) schijnheilige schijterd

    Die vogeltjesvreters smeten meteen hun geweer weg en staken de handen omhoog. Sloegen al bij het eerste verhoor door - voordat ze één klap te pakken hadden - allemaal laffe schijterds. Die hielden liever een gitaar vast dan een geweer.

    De Hunnen. Dl. 2: Bevrijding, Jan Cremer,

    't Is [...] nutteloos een weekblad te lezen waarvan de literaire criticus zo laf is, dat zijn eigen hoofdredacteur hem moet gaan interviewen om hem onder kolossale strijkages en een broekdoenerij die uren in de wind stinkt, de bekentenis te ontwringen dat criticaster zich misschien wel heeft vergist in de deugdzaamheid van professorandus Weinreb. Excuses aan juffrouw Turksma, de heer Ter Heide en de anderen die beledigd en gesmaad zijn door de kwakzalver en zijn aanhang? Dat kwam zelfs niet ter sprake. Kun je nagaan wat die schijnheilige schijterd tot het einde van zijn dagen in de Haagse Post zal lasteren over degenen die hem al lang geleden op zijn vergissing hebben gewezen!

    Boze brieven van Bijkaart, W.F. Hermans,

    met substantief ervoor


    • een stelletje schijterds

    Zelfs Brandsma, toch een liefhebber van een aanvallend voetbal, had verdedigende zekerheden ingebouwd. Ook voor Blom telde na de blamage in Zuidlaren alleen het resultaat. 'Je mag ons best een stelletje schijterds vinden', sprak hij tot het legertje journalisten, 'maar ik ben aangesteld om prestaties te leveren, dus moet je realistisch zijn. Zolang we elementaire fouten blijven maken, heb ik geen andere keus.'

    Meppeler Courant,

    Woordfamilie


    Als deel van een afleiding