wolf 1.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een wolf…
is een zoogdier; is een dier
- [Afmeting] wordt tot ongeveer 80 cm hoog en tot 160 cm lang; heeft een staart van 30 tot 50 cm
- [Geluid] huilt, jankt; maakt een huilend of jankend geluid
- [Kleur] heeft meestal een grauwgrijze vacht die rossig kleurt op de rug; kan ook een witte, een zwarte of een roodbruine vacht hebben;
- [Bouw] is gewerveld; heeft vier poten
- [Deel] heeft een spitse snuit; heeft grote rechtopstaande, op een spits toelopende oren; heeft een vrij lange neerhangende staart
- [Voortplanting] brengt de jongen levend ter wereld
- [Woongebied] komt voor in Noord-Amerika, Europa en Azië
- [Leeftijd] wordt in het wild 10 jaar en in gevangenschap 15 tot 20 jaar oud; wordt als jong welp of soms ook pup genoemd
- [Gedrag] is een vleeseter; leeft in roedels; wordt soms door een roedel verstoten en moet dan alleen op jacht; jaagt in groep op grote en kleine zoogdieren en andere dieren; gedraagt zich meestal schuw; valt in de streken waar hij voorkomt ook wel hoevedieren aan, vooral schapen
- [Waardering] wordt gevreesd door de mensen; wordt beschouwd als een wreed, genadeloos prooidier
- [Voorstellingswijze] wordt vaak opgevoerd als een genadeloze rover en moordenaar in sprookjes, waarvan de bekendste die over Roodkapje en de wolf, de wolf en de zeven geitjes en de wolf en de drie biggetjes zijn; zou volgens verhalen achtergelaten mensenkinderen in de roedel opnemen en opvoeden
Wetenschappelijke naam: Canis lupus
| Rijk | Animalia; Dieren |
|---|---|
| Stam | Chordata; Chordadieren |
| Klasse | Mammalia; Zoogdieren |
| Orde | Carnivora; Roofdieren |
| Familie | Canidae; Hondachtigen |
| Geslacht | Canis |
| Soort | Canis lupus |
Algemene voorbeelden
De wolf, die ervan verdacht wordt in Oost-Zeeuws-Vlaanderen en in het Noorden van het Waasland een 23-tal schapen te hebben doodgebeten, is gistermorgen gesignaleerd in Sint-Gillis-Waas (België), op enkele kilometers van de Nederlandse grens.
Je zou het niet zeggen, maar de honden die als huisdier worden gehouden, zijn afstammelingen van de wolven die door de bossen zwerven.
De wolf eet zeven geitjes op en de grootmoeder van Roodkapje verdween ook in zijn maag.
Het voedsel van de wolf varieert van herten, kariboes tot zelfs wilde paarden.
Wolfskind betekent kind bij wolven opgevoed. Toch is er geen enkel geval bekend van een dergelijk kind waarbij het zeker is dat het ook inderdaad langer dan een paar dagen bij de wolven heeft doorgebracht.
Combinatiemogelijkheden
als subject bij een werkwoord
- huilen
- verslinden
's Avonds lopen we opnieuw het bos in, in de hoop wolven te horen huilen.
In een bos bij Kroton stak Milo zijn hand in de spleet van een gevelde boom, maar de wiggen die de spleet openhielden vielen eruit. Milo zat gevangen en werd door wolven verslonden.
met adjectief ervoor
- de boze wolf
- een bloeddorstige wolf
- een hongerige wolf
Toch stamt de brave hond af van de boze wolf. Tienduizend jaar geleden werd de wolf omgevormd tot huisdier [...]. Hoe dat precies ging, is niet bekend.
De Standaard TV-magazine vraagt aandacht voor het Arte-programma van volgende zondag over wolven. De boze wolf van de sprookjes wordt er naar de prullenmand verwezen.
In India is de jacht geopend op enkele bloeddorstige wolven die in vier maanden tijd al 20 kinderen hebben gedood, zo meldden de Indiase media vrijdag.
Een hongerige wolf dringt [...] een konijnenhol binnen op zoek naar een smakelijke hap. Paniek bij de konijnen, natuurlijk.
Eind goed al goed, zo tonen zich de Hollanders bevreesd voor tere kinderzieltjes (al blijkt bij elk onderzoek dat die heel zo teer niet zijn) - en zo zijn er zelfs Nederlandse bewerkingen van Roodkapje bekend waarin de grootmoeder niet eens voor eventjes wordt opgevreten, noch ook de boze wolf wordt neergeknald en opengesneden.
met adjectivisch tegenwoordig deelwoord
- huilende wolven
Ondanks het rauwe karakter van de nachtelijke trip, met huilende wolven en, naar men zei, in hinderlaag liggende struikrovers, won de Air Line passagiers van de Shore Line.
met adjectivisch voltooid deelwoord
- een uitgehongerde wolf
Alleen in extreem strenge winters komt het wel eens voor dat een roedel uitgehongerde wolven een mens aanvalt.
met substantief ervoor
- een roedel wolven
- een troep wolven
Diep in de dalen houden zich vast en zeker wisenten (de Europese variant van de bizon) verborgen en doorkruisen roedels wolven op hun nachtelijke tochten onophoudelijk het Nationale Park en omgeving.
Een keer stuiten we op een slagveld waar een edelhert door een troep hongerige wolven is aangevallen.
Een roedel wolven kon een karkas in één enkele keer bijna tot op het bot uitkleden, en niet meer dan een paar restjes overlaten voor de raven en coyotes.
Tijdens de jacht zal een troep wolven worden aangevoerd door de leider, de meest dominante wolf.
met ander, nevengeschikt substantief
- Roodkapje en de wolf
- Roodkapje en de boze wolf
Van een poging om - zoals in het sprookje van Roodkapje en de boze wolf - het dier naast of zelfs in de plaats van de mens te zetten, kan geen heil worden verwacht.
Vaste verbindingen
Spreekwoorden
Woordfamilie
Als deel van een afleiding
Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen
Als linkerlid in samenstellingen en samenkoppelingen
- wolfijzer
- wolfinclusief
- wolfkamer
- wolfkamp
- wolfkers
- wolfkrijger
- wolflijn
- wolfmaatje
- wolfman
- wolfmens
- wolfprijs
- wolfsangel
- wolfsbos
- wolfsdonker
- wolfseinde
- wolfset
- wolfsgehuil
- wolfsgetij
- wolfsgrauw
- wolfshaar
- wolfshond
- wolfshuid
- wolfshut
- wolfsijzer
- wolfsinterval
- wolfsjas
- wolfskamer
- wolfskers
- wolfskind
- wolfsklauw
- wolfskleertje
- wolfsklem
- wolfskleren
- wolfskleurig
- wolfskooi
- wolfskop
- wolfskuil
- wolfskwint
- wolfsleder
- wolfsleer
- wolfsmaand
- wolfsmantel
- wolfsmasker
- wolfsmelk
- wolfsnagel
- wolfsoog
- wolfspels
- wolfspin
- wolfspoot
- wolfsraaf
- wolfstijd
- wolfstoon
- wolfsvacht
- wolfsvel
- wolfsvlees
- wolfsvrouw
- wolvenaanslag
- wolvenbioloog
- wolvenbloed
- wolvenbot
- wolvenconsulent
- wolvendraaiboek
- wolvenexpert
- wolvengehuil
- wolvenhuid
- wolvenjacht
- wolvenjager
- wolvenjong
- wolvenkind
- wolvenklem
- wolvenkop
- wolvenmeldpunt
- wolvenonderzoek
- wolvenopvang
- wolvenpaar
- wolvenpak
- wolvenpels
- wolvenpis
- wolvenplan
- wolvenpopulatie
- wolvenpup
- wolvenroedel
- wolvenschedel
- wolvenslachtoffer
- wolvensoort
- wolvenspoor
- wolvenstand
- wolvenstront
- wolvenuitwerpselen
- wolvenvacht
wolf 1.1
Betekenisbetrekking
| Betrokken betekenissen | 1.0 : 1.1 |
|---|
Semagram (extra betekenisinformatie)
De wolf…
is een diersoort
Algemene voorbeelden
Vandaag kan de wetenschap met grote zekerheid stellen dat onze huishond afkomstig is van de wolf (canis lupus).
Beren en lynxen zijn er niet meer, de wolf is nog niet terug.
Woordfamilie
Als deel van een afleiding
wolf 1.2
Betekenisbetrekking
| Betrokken betekenissen | 1.0 : 1.2 |
|---|
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een wolf…
is een voorstelling
Algemene voorbeelden
Ze speelde met de zilveren wolf om haar hals, terwijl ze aan haar zuster dacht.
'De deurkruk…' ze laat hem aan papa zien, 'is een gietijzeren wolf met een open bek.'
Weidse receptie met Stalin persoonlijk als gastheer. Deze zei niet veel, sprak trouwens bijna nooit, tekende bestendig, ingekeerd en zwijgzaam altijd hetzelfde dier: een gestileerde wolf, die hij na afwerking dadelijk verfrommelde en in zijn broekzak stak.
wolf 2.0
Betekenisbetrekking
| Betrokken betekenissen | 1.0 : 2.0 |
|---|
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een wolf…
is een persoon
- [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] maakt een dreigende, beangstigende indruk
- [Gedrag] gedraagt zich dreigend of roofzuchtig
- [Waardering] wordt als een dreiging aangevoeld; maakt ongerust of bang
Algemene voorbeelden
De wolf in witte jas die neurologisch m'n normaliteit zou toetsen, nam peinzerig het reeds dikgeworden dossier door, en vroeg vervolgens of het klopte dat ik drugs gebruikte.