woningeigenaar


woningeigenaar 1.0

iemand die een of meer woningen bezit; bezitter, eigenaar van een of meer woningen

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een woningeigenaar…

is een eigenaar; is een persoon

      Algemene voorbeelden


      In het virtuele loket Bouwen Wonen zal onderscheid gemaakt worden tussen woningzoekenden, woningeigenaren en huurders.

      http://www.minbzk.nl/e-overheid/1.1.asp

      Uitgangspunt van deze grond-voor-grondregeling is dat de woningeigenaar kan terugkeren in een woning die vergelijkbaar is met die van voor de ramp.

      Sp!ts,

      Iedere woningeigenaar wordt door de hypotheekverstrekker verplicht een woonhuisverzekering af te sluiten.

      http://www. alterna. nl/

      Een gezonde mix van huur- en koopwoningen brengt namelijk meer variatie en kwaliteit in de wijk. Bovendien zijn woningeigenaren vaak bereid om meer in hun woning te investeren en voelen zich meer bij buurt betrokken.

      http://www.wbvsmallingerland.nl/Jaarverslag2001/Mainjvs2001.htm,

      Combinatiemogelijkheden


      met adjectief ervoor


      • een particuliere woningeigenaar

      Van tijd tot tijd wordt de gemeente volgens het college geconfronteerd met het feit dat pariculiere woningeigenaren, die een woning binnen de stadsvernieuwingsgebieden opknappen, daarin niet zelf gaan wonen maar deze verhuren aan particulieren.

      Meppeler Courant,

      Uit de praktijk blijkt dat lang niet iedere particuliere woningeigenaar op de hoogte is van het feit dat het recht op planschade bestaat.

      http://www.planschade.nl/default.htm

      Woordfamilie


      Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen