opper 1.0
(informeel; (vooral) gesproken taal)
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een opper…
is een persoon
Woordfamilie
Als deel van een afleiding
opper 1.1
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een opper…
is een persoon
Algemene voorbeelden
De opperwachtmeester Schulz commandeerde fel en hevig. Zijn stem daverde dreunend over het kazerneplein [...]. De mannen gehoorzaamden tevreden het gegeven bevel en marcheerden van links, de anderen sloten mechanisch naar rechts aan. Kannonier Vierbein raakte even in de verdrukking, trachtte voorzichtig zijn ellebogen te gebruiken, gaf het dan op en stond stil; als een paal. De dienstdoende onderofficieren, die zich achter de Opper hadden verzameld, deden hun best niet te grijnzen.
Een marechaussee mocht in de vooroorlogse tijd niet trouwen als hij de rang van wachtmeester nog niet had bereikt. De dienst werd altijd te paard uitgevoerd. Op Koninginnedag zag men de opper met een van zijn manschappen altijd voorop rijden bij de grote kinderoptocht.
Het portier ging open en Kabel stapte uit. Opperwachtmeester Kabel, getrouwd met Trees, een zuster van tante Kee. Hij richtte zich op in zijn volle lengte en zette zijn pet op. De militaire rijkspolitieman streek zijn zwarte overjas glad en met een geroutineerd gebaar van zijn duim wipte hij de pistooltas open. Met kordate pas, de handen op de rug gevouwen, kwam hij de weg naar de boerderij op. 'Ach!' riep de opper uit toen hij de mannen onder de kapschuur zag staan. 'Niet in de kerk?'
Twee dagen voor ik vertrok zaten we met een tiental officieren te eten in de mess. De opper, de chef van de onderofficieren mocht ook van onze mess gebruik maken. Hij deed dat zeer zelden.
opper 1.2
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een opper…
is een persoon
Algemene voorbeelden
Een behulpzame opper van het Avereester politiekorps hield het lijdzaam wachtende publiek op de hoogte van de vorderingen.
opper 2.0
(bouw, gebouwen en huisvesting; business, economie en financiën; (vooral) in Nederland)
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een opper…
is een assistent; is een beroepsbeoefenaar; is een persoon
Algemene voorbeelden
Opper of opperman. Degene op de werkplaats die de bouwmaterialen op de juiste plaats brengt. Vaak: degene die de metselspecie en de stenen omhoog brengt naar de metselaar.
Ron werkt sinds 1986 bij de Gemeente Alphen aan den Rijn. Van origine is hij afkomstig uit de bouw, waar hij timmerman/metselaar is. Na de bouw is hij als 'opper' in de stratenmakerij beland en hij zette zijn carrière voort als mastenmaker bij een scheepsbouwbedrijf in het Alphense.
De filosoof slentert door de stad. Zijn tocht brengt hem in een opgebroken straat. Een stratenmaker treft hij in de zo geëigende karakteristieke houding aan. Een opper stapelt bereidwillig de klinkers. Eén voor één neemt de geknielde man ze ter hand en voegt ze, met geduldig geklop, in een mozaïek.
16 Oktober, week 22. Henk sjouwt met de buitenmuurstenen. De borstwering zit er omheen,de kozijnen zitten er beneden in,de steigers staan en er wordt isolatie aangebracht.Laat de metselaars maar komen [...]. 24 oktober week 23. De buitenmuren worden gemetseld. Henk werkt zich als opper in het zweet en de stempels zijn uit het huis en de kelder.
Woordfamilie
Als deel van een afleiding
opper 3.0
(transport, verkeer en reizen; scheepsbouw en scheepvaart)
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een opper…
is een schuilplaats; is een plaats
- [Functie] biedt schepen beschutting tegen harde wind en zware golfslag
- [Plaats] is gelegen aan de kust
- [Gebruiker] wordt benut door schepen, zeevarenden
Algemene voorbeelden
Er dreigde een storm, misschien was er wel een tyfoon op komst [...]. De matrozen en de officieren werden erg bang en besloten om naar de veilige haven van een willekeurig eiland uit te wijken. Ze vonden een haven, het begon al hard te waaien en ze vonden een goede opper voor de schepen, dat is een plek waar de wind niet zo makkelijk vat heeft op schepen.
Woordfamilie
Als deel van een afleiding
Overige woordfamilieleden
opper 4.0
(agricultuur)
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een opper…
is een stapel; is een hoeveelheid
- [Vorm] heeft de vorm van een opgestapelde hoop
- [Materiaal] bestaat uit gedroogd gras (hooi)
- [Functie] dient om gedroogd gras (hooi) gemakkelijker binnen te kunnen halen
Combinatiemogelijkheden
in voorzetselgroep
- in oppers stapelen
- in oppers zetten
- in de opper zetten
Het bewerken van het hooigras was ook een hele klus. Het gras moest met de hand verschillende keren worden gekeerd, dat lag veel aan het weer. Als het zowat droog was, werd het in dijkjes bij elkaar geharkt, in de opper gezet, om op de kar geladen te worden.
Korenvelden, waarschijnlijk eind jaren vijftig, waarop keuterboeren de aren in schoven zetten en het hooi met de hand in oppers stapelen.
Ik weet dat de vorige eigenaar van die grond blij was dat die man tweemaal per jaar dat gras kwam maaien, oprakelen, in oppers zetten en ophalen. Ook hij had hem nooit iets gevraagd. Hij bracht hem geregeld wel een flesje bier.