bode


bode 1.0

iemand die een, meestal belangrijke, boodschap overbrengt, vaak iemand die een bijzondere of goddelijke gave heeft; boodschapper

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een bode…

is een persoon

      Algemene voorbeelden


      Hoogeerwaarde padre, er is een bode uit Zaragoza met belangrijke berichten.

      Duisternis bedekt de aarde, Jerzy Andrzejewski,

      Ze lieten me alleen opstappen, als de bode die eerst het goede nieuws moest melden, en kwamen zelf pas een uur later thuis.

      De baan van gaan en gissen, Bruno Bartels,

      Weldra, ik ben er de bode (profeet) van, zal er een grote brand (vuurhaard) zijn.

      Het verdriet van België, Hugo Claus,

      Combinatiemogelijkheden


      met adjectief ervoor


      • een hemelse bode

      "Over het krakende ei dwaalt een hemelse bode op zoek naar zijn antipode en dat zijt gij" (Lucebert) zijn schitterende, poëtische regels.

      Ik draag geen helm met vederbos, W. F. Hermans,

      met voorzetselgroep


      • een bode van goed nieuws
      • een bode van slecht nieuws

      Sommigen acteren serieus een belangrijke rol, zoals de bode van slecht nieuws die met zijn rechterhand aan het bovenste knoopsgat van zijn linkerrever en met papieren tegen zijn linkerheup geroutineerd zorgelijk niet om zich heen kijkt terwijl hij van de ene coulisse doelbewust in een zeker tempo op de andere afbeent.

      Rupert: een bekentenis, Ilja Leonard Pfeijffer,

      Woordfamilie


      Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen


      bode 1.1

      iets, medium dat berichten overbrengt, meestal een krant of een tijdschrift

      Betekenisbetrekking


      metafoor
      Betrokken betekenissen 1.0 : 1.1

      Semagram (extra betekenisinformatie)


      Een bode…

      is een medium; is een zaak

          Algemene voorbeelden


          Ja ja jullie hebben het vast wel gelezen in de bode, ondertussen SBS6 aan de deur gehad.

          http://dv-degroenebrug.hyves.nl/

          Woordfamilie


          Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen


          bode 2.0

          iemand die zich voor zijn beroep bezighoudt met het overbrengen van berichten en het brengen van pakjes en vaak ook met andere praktische zaken, meestal in dienst van een overheidsinstelling, bv. een stadhuis of een ministerie

          Semagram (extra betekenisinformatie)


          Een bode…

          is een persoon

          • [Organisatie of instelling] is meestal in dienst van een overheidsinstelling
          • [Plaats] werkt vaak in een overheidsgebouw, bv. een stadhuis of een ministerie
          • [Rang of hiërarchische positie] is meestal een ondergeschikte binnen een bedrijf
          • [Deskundigheid of vaardigheid] heeft meestal geen speciale, voor het beroep vereiste opleiding gevolgd
          • [Activiteit of handeling] brengt berichten over en brengt pakjes rond en houdt zich bezig met het vervullen van andere praktische taken, bv. het ophalen van bezoekers

          Algemene voorbeelden


          Ik moet vooral niet vergeten uitvoerig te schrijven over een gemeenteraadsvergadering die moeder verstoorde en hoe zij door bodes werd overmeesterd en door de politie weggevoerd.

          Twee vorstinnen en een vorst, R.J. Peskens,

          Ik liep opzettelijk verloren in de gebouwen van het Ministerie van Landsverdediging, ik grinnikte om zoveel steriele arbeid. Tot ik weer op de bode botste die me tien minuten voordien de weg had gewezen, ditmaal ging hij me voor.

          Berthold 1200, Paul Koeck,

          Hij wenkte een bode in zwart uniform.

          Emmeke, Jan Lampo,

          Het kantoor op de bovenste verdieping van de ambassade waar een kopie van elke brief die de ambassade in- of uitgaat wordt gearchiveerd. En daartussen een stoffig mannetje dat ondanks de lange jaren in Londen zo Belgisch is gebleven als Stella Artois en Manneke Pis. En de bode die het diplomatieke valies gebruikt om spullen mee te geven voor zijn familie.

          Een jaar als (g)een ander, Kristien Hemmerechts,

          Combinatiemogelijkheden


          met voorzetselgroep


          • een bode van het hof
          • een bode van een krant
          • een bode van een notaris
          • een bode van de residentie

          'Ik heb gehoord dat die man homoseksueel is.' 'Maar wat heeft dát er mee te maken?' 'Dat kan ik niet tegenover mijn vrouw en kinderen verantwoorden,' antwoordde braaf de bode van de residentie.

          Averechts, Gerrit Komrij,

          Een uur later zou de bode van de krant komen, met een eigen sleutel, om de kopij op te halen.

          Wennen aan vrede, K.L. Poll,

          De bode van een notaris die zou komen melden dat de stokoude edelman De Launay de Kerchove overleden was en dat zijn priesterlijke zoon miljoenen erfde.

          Het verdriet van België, Hugo Claus,

          • een bode in uniform

          Een speciale bode in uniform kwam, op de fiets.

          Het meesterstuk, Anna Enquist,

          • een bode bij een bank
          • een bode bij het ziekenfonds

          'Ik ben bode bij een bank' zei hij.

          Heeresma helemaal, Heere Heeresma,

          Zijn vader was bode bij het Ziekenfonds.

          NRC,

          in voorzetselgroep


          • per bode

          Tegen vijf uur worden mij de gegevens van het Ministerie per bode aangereikt.

          NRC,

          Woordfamilie


          Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen


          Als linkerlid in samenstellingen en samenkoppelingen


          bode 2.1

          iemand die in dienst is van de rechtbank en belast is met het overbrengen van berichten en meer praktische zaken als het openen van de deuren, het aanwijzen van zitplaatsen en het aankondigen van de rechtbank

          Betekenisbetrekking


          specialisering
          Betrokken betekenissen 2.0 : 2.1

          Semagram (extra betekenisinformatie)


          Een bode…

          is een persoon

          • [Plaats] werkt op de rechtbank

            Algemene voorbeelden


            Na de aankondiging van de bode stond iedereen op, de verdachte als laatste, moeizaam leek het, onwillig bijna, alsof zijn schonkige botten het hem bemoeilijkten.

            Voel maar, Jan Brokken,

            De bode kwam naderbij en zei: 'Mevrouw de rechter, deze man heeft geen afspraak.'

            Verborgen schade, Aster Berkhof,

            Woordfamilie


            Als linkerlid in samenstellingen en samenkoppelingen